Het Ministerie van Ruimtelijke ordening, Grond- en Bosbeheer (RGB) zal in dialoog treden met de landmeters om te voorkomen dat er sprake is van prijsopdrijving. Nieuw gemeten percelen hoeven nooit meer opnieuw opgemeten te worden, zei Roline Samsoedien, minister van RGB, in De Nationale Assemblee (DNA) gisteren op vragen van parlementariër Martinus Bee (ABOP).
De minister geeft ook aan dat er personen zijn die zich opgeven als landmeters, terwijl zij geen beëdigde landmeters zijn. Hiervoor moet er gewaakt worden. Om te weten wie de beëdigde landmeters zijn, verwijst zij naar een lijst met namen die bij het MI-GLIS is. Bee heeft zijn bezorgdheid geuit over het feit dat personen tussen de SRD 3000 en SRD 5000 moeten neertellen voor een perceelsidentificatie (ID), terwijl het MI-GLIS slechts SRD 50 overhoudt voor het vertrekken van een perceel-ID. Naar zijn mening verdient de staat veel te weinig hieraan, terwijl de burger er veel meer voor betaalt.
Bee noemt ID’s een heel goede ontwikkeling, want het vergroot de rechtszekerheid en het geeft meer zekerheid over de oppervlakte en ligging van een perceel. Volgens hem is het een eenduidige manier van nummering van percelen. Percelen met een perceel-ID zijn makkelijk vindbaar via het digitale systeem van het MI-GLIS. Hij vindt het daarom jammer dat het MI-GLIS als overheidsinstantie slechts SRD 50 hieraan verdient. Mensen moeten veel meer betalen voor een ID, omdat die via een landmeter wordt aangevraagd.
Samsoedien op haar beurt legt uit dat de hoogte van de bedragen die worden betaald afhankelijk is van de grootte van het perceel bij de overdrachten en deze bedragen dekken de kosten van de landmeter. De landmeters brengen hun eigen bedragen in rekening. De minister legt uit dat het toekennen van een perceel-ID inhoudt dat niet alleen een ID wordt toegekend, maar dat de meting ook volgens de moderne technologie wordt gedaan.
Vishmohanie Thomas