“Ik ga met opgeheven hoofd naar de IPU-meeting.” Zo reageert vicevoorzitter van De Nationale Assemblee (DNA), Melvin Bouva, op het nieuws dat Suriname zijn stemrecht heeft teruggekregen in de Verenigde Naties (VN). Bouva zegt aan Suriname Herald dat hij die informatie heeft gehad van de minister van Buitenlandse Zaken, Yldiz Pollack-Beighle.
| ADVERTENTIE |
  |
Bouva is samen met de assembleeleden William Waidoe (PL) en Wendell Asadang (NDP) op weg naar New York om deel te nemen aan de ‘IPU Parliamentary Hearing’ op het hoofdkwartier van de VN. Hij is de vaste vertegenwoordiger van Suriname bij de Inter Parlementaire Unie (IPU).
Bouva stelt dat de betalingsachterstand te maken had met een administratieve afhandeling van zaken. Hij zegt het op prijs te stellen dat de regering dit binnen een week heeft kunnen afhandelen.
VN-woordvoerder Stéphane Dujarric maakte op maandag 13 februari bekend dat de VN het stemrecht van Suriname, Equatoriaal-Guinee, Venezuela, de Centraal Afrikaanse Republiek, Dominica, Grenada, Libië en Jemen heeft ontnomen vanwege de financiële positie van deze landen en de achterstand in betaling van hun contributiegelden.
Bouva zegt niet te weten of Suriname het volledige bedrag heeft betaald. De regering met name de minister van Buitenlandse Zaken zal op een later moment officieel verslag moeten doen aan de samenleving. Hij is blij, omdat men dit anders heeft vertaald. “Het leek alsof anderen in de politiek blij waren dat Suriname zo een straf heeft gehad. Dit heeft niets te maken met de politiek, maar met overmacht die alle landen zou kunnen treffen.”
Bouva vindt dat politieke andersdenkenden zich op bepaalde issues anders moeten gaan opstellen, vooral wanneer het gaat om zaken tussen Suriname en het buitenland.
Volgens de VN moet Suriname ruim 800.000 Amerikaanse dollar aan achterstallige contributiegelden betalen. Voor het wederom verkrijgen van stemrecht dient Suriname minstens 117.00 Amerikaanse dollar naar de VN over te maken. Inmiddels heeft de VN op 16 februari bevestigd dat Suriname en Grenada contributie hebben betaald.
Raoul Abisoina
