Moestadja: gelijke behandeling is een van de fundamentele arbeidsgerelateerde mensenrechten

Minister Soewarto Moestadja van het Ministerie van Arbeid heeft tijdens de lancering van de alliance voor “Decent work voor mensen met een beperking” aangegeven dat hij zeer ingenomen is met de stap die door de VSB is gedaan. Hij geeft aan dat decent work de rode draad is door het gevoerde beleid; het is de hoofddrijfveer door alle beleidsmaatregelen.

Het Ministerie van Arbied is volgens Moestadja zeer ingenomen dat de VSB als werkgeversorganisatie het concept van gelijke behandeling in het kader van arbeid uit eigen beweging wil bevorderen. Gelijke behandeling behoort tot de fundamentele arbeidsgerelateerde mensenrechten, zegt hij en de regering neemt gelijke behandeling op de werkplek heel serieus.

Moestadja zegt verder dat mensen met een beperking behoren tot een groep die bescherming behoeft, omdat ze vaak slachtoffer kunnen zijn van onderscheid en discriminatie op de werkplek. Hij geeft aan dat de grootte van het probleem van mensen met een beperking in Suriname niet bekend is, maar dat internationale peilingen aangeven dat deze groep tot een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt behoort.

Er zijn verder wetsvoorstellen opgenomen voor alle werkgevers om risico-inventarisatie en -evaluatie op schrift te stellen. Daaruit worden extra risico’s voor kwetsbare groepen zoals jongeren, vrouwen en mensen met een beperking aangegeven. “Om de discriminatie op de werkvloer fundamenteel aan te pakken, was er in december vorig jaar een commissie “Wet gelijke behandeling” ingesteld door mij,” zegt Moestadja. Deze commissie is nu in de fase van het houden van consultaties om uiterlijk april dit jaar nieuwe wetgevingen voor te stellen aan het ministerie. Dit zal discriminatie in het kader van arbeid ook van mensen met een beperking tegengaan.

Moestadja geeft aan dat werknemers met een beperking ook onderhevig kunnen zijn aan verbaal of fysiek geweld zoals intimidatie of pesterijen op de werkplek. Hij zegt dat deze omstandigheden kunnen leiden tot veel persoonlijk leed.

Verder zegt de bewindsman dat het overbodig is, te stellen dat mensen met een beperking ook productief kunnen zijn. Wel vergt het van de werkgevers en de regering om maatregelen te treffen, waardoor deze burgers ook economisch actief kunnen worden. Tot slot sprak de minister de hoop uit dat werkgevers en werknemers op het bedrijfsniveau meer sociale dialoog voeren om decent work voor personen met een beperking mogelijk te maken.

Priscilla Williams