Het is langer dan een jaar geleden dat de dorpen in het Boven-Surinamegebied niet meer worden voorzien van brandstof. De dorpelingen moeten zelf hun brandstof opkopen om hun dorp te kunnen voorzien van elektriciteit.
ADVERTENTIE |
Obe Kwadjanie, hoofdkapitein van het dorp Dan in het Boven-Surinamegebied, ziet deze situatie als een beperking. “Op allerlei manieren worden wij van het binnenland beperkt in onze ontwikkeling. Wij kunnen nog activiteiten organiseren om geld te verzamelen om de brandstof te kopen, maar niet eenieder kan dat,” zegt Kwadjanie aan Suriname Herald. Het binnenland is al achtergesteld en nu zonder stroom, maakt het de situatie slechter, zegt de hoofdkapitein.
Tanoe Kwadjanie, lid van de jongerenorganisatie in het dorp Dan, zegt dat zij zelf activiteiten organiseren om de benzine te kunnen kopen. “Dat kost heel veel. Een vat ligt al boven SRD 1500 en om dit wekelijks of maandelijks aan te schaffen, is zwaar voor ons.”
Wat de reden is waarom de dorpen niet meer voorzien worden van brandstof is niet bekend.
Ook in het paasweekend had de organisatie een fundraisingsactiviteit georganiseerd om benzine te kunnen kopen om met de opbrengst het dorp te kunnen voorzien van elektriciteit.
Kwadjanie zegt dat er al jaren activiteiten worden georganiseerd om het dorp van elektriciteit te voorzien. Met de opbrengsten heeft het dorp een aanmeersteiger kunnen aanleggen. Het volgende project is het betegelen van de weg vanuit de aanmeersteiger naar het dorp. Ook wil het dorp het voetbalveld aanpakken.
Behalve Dan moeten de meeste andere dorpen brandstof ontberen.
NDP-assembleelid Erwin Linga zei in november 2017 aan Suriname Herald dat gratis levering van brandstof aan de bewoners van het binnenland een politiek besluit is geweest. Zo reageerde hij op uitspraken die minister Regillio Dodson van Natuurlijke Hulpbronnen eerder deed tegenover Suriname Herald, die aangaf dat het gratis leveren van brandstof aan de dorpen dit jaar zal worden afgebouwd. Dodson zei dat de dorpen zelf voor hun eigen brandstof zullen moeten zorgen.
Simone Awanna