Elke situatie die bij wet geregeld is, dient middels een wet veranderd of aangepast te worden. Wanneer topambtenaren binnen het systeem nu zeggen dat ze recht hebben op de toegekende 25 procent verhoging die uitbetaald moet worden, dan geef ik hen groot gelijk, omdat ze daar recht op hebben volgens de wet. Dit zegt bestuurskundige August Boldewijn tegenover Suriname Herald.
Hij voert aan dat de discussies die nu gaande zijn, niet moeilijk zijn, omdat er een wet is die daar alles over zegt. Indien men anders wil handelen dan de wet, dan moet men teruggaan naar de wet, omdat het zo werkt in een rechtsstaat.
Tot zover moeten de regering en het parlement de zaak gewoon zo laten, totdat het parlement unaniem anders heeft beslist, stelt Boldewijn. Wanneer het gaat om het parlement, dan moet er rekening gehouden worden dat het om verschillende politieke partijen gaat die diverse politieke inzichten hebben, merkt de bestuurskundige op. Het parlement is geen deel van de regering, maar vertegenwoordigers van het kiezersvolk.
Thans gaat het om een financiële vergoeding die elk lid persoonlijk aangaat. Dat maakt de zaak moeilijker dan wanneer het om een initiatiefwet gaat, waarbij de meerderheid gewoon beslist. Met een gewone meerderheid zo een wet aannemen, kan voor ontevredenheid zorgen binnen het parlement als instituut, laat Boldewijn optekenen.
Hij adviseert de regering de uitbetaling te doen plaatsvinden aan de assembleeleden, omdat zij daar recht op hebben. Op dit moment is het van groot belang dat men gezamenlijk naar de wet kijkt. Het parlement moet dit vraagstuk in een huishoudelijke vergadering bespreken, ook al zouden de assembleeleden op vrijwillige basis aangeven dat ze afzien van de verhoging. Desondanks zou er een wet moeten komen, waarin dit vastgesteld wordt.
Dit geldt ook voor de president, vicepresident en ministers. Alles valt of staat met de aanpassing van de wet.
Raoul Abisoina