Het milieuplan van president Desi Bouterse, dat omvat het plaatsen van vuilverbrandingsovens in dorpen verloopt vlot. Momenteel is de werkgroep die belast is met de uitvoering bezig voorbereidingen te treffen om de vierde verbrandingsoven in gebruik te nemen. Deze ingebruikname zal plaatsvinden in het dorp Atjoni in het district Brokopondo, in de omgeving van de locatie waar een miniziekenhuis zal worden opgezet. Deze informatie deelt Raoel Swedo, chef bureau Volksgezondheid, met het Nationaal Informatie Instituut.
Swedo zegt dat het project voor vuilverwerking middels de verbrandingsovens vlot verloopt. “Het is een enorme opluchting voor de dorpen, omdat de bewoners hun vuil niet meer à la dol hoeven te dumpen, of in de kreken of in de rivieren of gewoon in het bos moeten verbranden met het gevaar van het ontstaan van bosbranden.”
De verbrandingsovens zijn bestemd voor huisvuil en ook medisch afval wordt verwerkt. De veiligheid in en nabij de verbrandingsovens is op peil. “Het is een enorme opluchting voor dorpsbewoners die gebruikmaken van de oven, omdat zij nu minder last hebben van vliegen en andere insecten.”
Het oorspronkelijke plan (pilotproject) omhelst twintig ovens die in verschillende dorpen geplaatst zullen worden. Het pilotproject is nu reeds goed aangekomen, wat ertoe heeft geleid dat het staatshoofd de instructies heeft gegeven om nog honderd ovens aan te schaffen.
Drie gebieden zijn reeds voorzien van een verbrandingsoven. Het gaat om Wageningen, Kalebaskreek en Corneliskondre. Het ligt in de planning om de vierde oven in Atjoni op 17 juni in gebruik te nemen. Vervolgens zal Marowijne worden voorzien. “Geloof mij, het wordt een landelijk project,” aldus Swedo.