In tegenstelling tot geruchten heeft de Centrale Bank van Suriname (CBvS) de spaartegoeden van de bevolking in vreemde valuta niet misbruikt, gestolen of verdampt, geeft minister Gillmore Hoefdraad van Financiën te kennen aan het parlement met betrekking tot de US$ 100 miljoen kasreserve die er niet meer is bij de moederbank. “Niemand is zijn of haar spaargeld kwijt”, zegt hij.
ADVERTENTIE |
Ter garandering van een vlot verloop van het transactieverkeer op de valutamarkt en ter veiligstelling van de importfinanciering en andere buitenlandse betalingen moest de CBvS extra inspanningen plegen door vreemde valuta beschikbaar te stellen. Het gaat om de betaling van brandstof, medicijnen, overige basisconsumptie- en productie ondersteunende goederen, schuldaflossingen, de voorziening van vreemd valuta aan het publiek via de algemene banken en cambio’s ter voldoening van vreemde valuta verplichtingen in Suriname en in het buitenland.
De kasreserves bij de CBvS maken deel uit van de internationale reserves van het land. De moederbank dient deze kasreserve bij een normaal concept van actief en passief management bij bedrijfsvoering beheren. Dit betekent dat de CBvS kasreserves volgens eigen inzichten mag aanhouden, beleggen in instrumenten die voldoen aan de criteria die gesteld worden om als internationale reserves aangemerkt te worden.
Wat de CBvS heeft nagelaten te doen is om overleg te plegen met de banken en instemming te vragen om tijdelijk de liquide middelen uit de reserves te gebruiken. Op de vraag hoe het heeft kunnen plaatsvinden dat er US$ 100 miljoen is gebruikt van de kasreserve bij de CBvS, geeft Hoefdraad aan dat de wet de bank enorme bevoegdheden geeft. Volgens hem is het daarom nodig om terug te gaan naar de wet en na te gaan hoe het toezichtsniveau verhoogd kan worden zodat hetgeen zich deze keer heeft voorgedaan niet meer gebeurt in de toekomst.
Met betrekking tot de vreemde valuta kasreserve bij de CBvS geeft de minister te kennen dat in februari 2003 de vreemde valuta kasregeling werd geïntroduceerd. De algemene banken lieten 50 procent van haar vreemde valuta aanhouden als kasreserve. Het voornaamste doel van deze regeling was om een liquiditeitsbuffer te hebben zodat de banken kunnen voldoen aan de opvraging van de US$- en eurotegoeden van het publiek indien de liquide middelen niet toereikend zullen zijn om aan de vraag te voldoen.
Vishmohanie Thomas