“De tot nog toe bereikte resultaten van de Wet collectieve rechten inheemse- en tribale volken zijn een historische mijlpaal”, zegt minister Edgar Dikan van Regionale Ontwikkeling (RO). Deze wet is intussen bij De Nationale Assemblee (DNA) ingediend en afgelopen donderdag in huishoudelijk verband besproken.
Dikan zegt in gesprek met Suriname Herald dat deze mijlpaal bereikt is door de inzet van diverse personen en groepen die het belang van de wettelijke erkenning van de woon- en leefgebieden van deze groep hebben ingezien. De bewindsman stelt dat deze mijlpaal niet alleen voor de inheemse- en tribale volken van belang is. Deze wettelijke erkenning geeft niet alleen zekerheid aan de gemeenschappen in het binnenland, maar ook aan investeerders. Het zal het imago van het land ook heel veel opvijzelen. Ontwikkelingspartners stellen dit soort voorwaarden wanneer zij gevraagd worden om ontwikkelingsprojecten te financieren, stelt de RO-topman.
Suriname heeft volgens de bewindsman een hele goede stap gezet. Het ministerie is vanaf 2016 bezig, heeft een stappenplan gemaakt en een verklaring uitgewerkt. Vanuit dat punt heeft het ministerie samen met de actoren gewerkt in de afgelopen periode. Dikan zegt verder dat er continue is overlegd tussen het ministerie en de betrokken actoren. Nadat de conceptwet in ontvangst is genomen, heeft RO deze wet naar president Desi Bouterse gestuurd. Het staatshoofd heeft de wet daarna naar de staatsraad doorgestuurd.
“De wet is helemaal voorbereid en ligt nu op het bord van het parlement. Wat we in veertig jaar niet konden doen is wel binnen drie tot vier jaar bewerkstelligd”, zegt de minister. Voor Dikan is het niet duidelijk of het huidige parlement de wet zal kunnen afhandelen voor het einde van deze zittingsperiode. De leiding van het parlement zou hierover een besluit moeten nemen, beweert de RO-topman.