Twee medewerkers van Huize Betheljada, waar kinderen en jongvolwassenen met een dubbele beperking inwonen, zijn positief getest op COVID-19. Marion Oron-Held, zorgmanager bij de instelling, heeft tegenover Suriname Herald bevestigd dat een van de medewerkers positief is getest, terwijl de ouders van wie hun kinderen daar woonachtig zijn, het tegendeel beweren. Zij geven aan dat het om twee medewerkers gaat die besmet zijn met het coronavirus.
| ADVERTENTIE |
  |
De ouders zijn radeloos en willen weten wat er verder zal gebeuren met hun kinderen die bij Huize Betheljada wonen. De ouders mochten maanden geen bezoek brengen aan hun kinderen vanwege de wereldwijde pandemie. “Nu krijgen we te horen dat medewerkers van de instelling zelf besmet zijn met het virus. De mensen zijn in contact gekomen met onze kinderen. Wat nu?”, vragen zij zich af.
Oron-Held zegt, dat de inwoners van Huize Betheljada volgens het Nationaal Coördinatiecentrum Rampenbeheersing (NCCR) veilig zijn. Van het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (BOG) heeft de instelling instructies gehad hoe verder te handelen. “We hebben protocollen meegehad wat we verder moeten doen ingeval een van de kinderen koorts zou hebben. Ze hebben aan ons gezegd om de temperatuur van de kinderen drie keer per dag op te meten en indien we iets te merken, moeten wij dat gelijk doorgeven.”
De medewerker is in contact gekomen met een aantal van de inwoners, maar het gaat volgens Oron-Held goed met de inwoners. De instelling is door het BOG gedesinfecteerd, geeft de zorgmanager verder aan. Huize Betheljada telt 34 inwoners.
Minouche Bromet, directeur van het BOG, hierover gevraagd, zegt de melding niet te hebben gehad maar sluit niet uit dat het BOG een bijdrage heeft geleverd aan de instelling. Maar het BOG ontsmet volgens haar niet. “Ik heb mij beziggehouden met de repatrianten, de mensen die vrijdag terug zijn gekomen en kreeg daarna het blije nieuws van de besmette zwangere vrouw met het coronavirus die een gezonde baby heeft gehad in het ‘s Lands Hospitaal”, aldus Bromet.
Simone Awanna
