President Chan Santokhi wil een trendbreuk in de Surinaams-Nederlandse relaties. Niet alleen moeten volgens hem de diplomatieke verhoudingen op ambassadeursniveau worden hersteld, er moet ook zo snel mogelijk worden gewerkt aan een volwassen handelsrelatie. Daarbij moet nadrukkelijk ook de Surinaamse gemeenschap in Nederland worden betrokken, zo vertelt Santokhi in een gesprek met het Nederlandse televisieprogramma Nieuwsuur.
Santokhi zegt tegen Nieuwsuur dat hij onder andere pleit voor een speciaal ‘diasporafonds’, om Surinamers uit Nederland te stimuleren om te investeren in hun moederland. De verhouding tussen de twee landen is volgens Santokhi onder de vorige regering Bouterse zwaar vertroebeld geraakt. Sinds Bouterse in 2017 besloot dat er geen Nederlandse ambassadeur meer welkom was in Paramaribo, zit er niemand meer op die post.
Vóór die tijd werden de betrekkingen tussen Suriname en Nederland bepaald door de ontwikkelingsrelatie. Santokhi benadrukt dat het nu tijd is voor een gezonde en gelijkwaardige verhouding: “Er liggen enorm veel kansen bij de gezamenlijke afzetmarkten, handel en toerisme. We moeten niet te lang wachten.”
Santokhi vertelt in Nieuwsuur ook hoe hij het land heeft aangetroffen na het vertrek van de regering-Bouterse. “Duizenden mensen zijn in dienst genomen. Nog eens honderden mensen zijn bevorderd, met grote financiële gevolgen voor de staat. Met vakbonden is een overeenkomst gesloten voor een loonsverhoging van alle ambtenaren van 50 procent. Dan zien we nog wurgcontracten rond panden die gehuurd zijn. Kortom: geen zaken die een goede regering in een transitiefase zou hebben moeten doen.”
Hij zegt dat de nieuwe regering een onderzoekscommissie heeft ingesteld die al deze maatregelen onder de loep gaat nemen.
“Niet kijken naar het verleden”
Op de vraag wat de benoeming van zijn vicepresident Ronnie Brunswijk voor signaal geeft, onderstreept Santokhi dat het Surinaamse volk Brunswijks partij ABOP een mandaat gegeven heeft. Brunswijk is oud-rebellenleider en in 1999 in Nederland bij verstek veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf voor cocaïnehandel. Santokhi zegt niet te willen kijken naar het verleden.
Op 16 juli is Santokhi geïnstalleerd als president. In zijn eerste toespraak zei hij dat er offers moeten worden gebracht, omdat de Surinaamse staatskas leeg is. Er moet worden bezuinigd en hij wil haast maken met het innen van achterstallige belastingen. Suriname kampt met een schuld van meer dan 2 miljard Amerikaanse dollar (zo’n 2 miljard euro).
Santokhi hoopt dat hij investeerders uit het buitenland kan aantrekken om de financiële situatie van Suriname te verbeteren. Al voordat hij president werd is hij regelmatig in Nederland geweest, om daarover te praten met Surinamers die investeringen zouden kunnen en willen doen.
Santokhi reageert terughoudend op de vraag hoe het verder moet met Bouterse. De oud-president is tot 20 jaar cel veroordeeld wegens zijn aandeel in de decembermoorden uit 1982, waarbij vijftien tegenstanders van het toenmalige Militair Gezag standrechtelijk werden geëxecuteerd. De zaak loopt nog in hoger beroep.
‘Afwachten’
Santokhi benadrukt het belang van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en wil niet ingaan op een eventuele amnestieregeling: “Laten we eerst afwachten wat het rechterlijke oordeel wordt.”
Koning Willem-Alexander heeft volgens Santokhi de wens uitgesproken om de samenwerking tussen Nederland en Suriname te verbeteren. De koning schrijft in zijn felicitatie de historische band te koesteren. “Ik heb er vertrouwen in dat het Koninkrijk en Suriname zullen samenwerken in een geest van vriendschap, wederzijds begrip en respect, en dat de bilaterale relatie zich de komende jaren positief zal ontwikkelen.”