De Krijgsraad doet op 31 maart uitspraak over de excepties die opgeworpen zijn in de verzetzaak van Desi Bouterse. De zitting is verdaagd naar 31 maart. De Krijgsraad gaat zich nu buigen over de verweren die door de verdediging van Bouterse en de auditeur-militair zijn aangevoerd.
ADVERTENTIE |
De advocaat van Bouterse, Irvin Kanhai, heeft de geldigheid van de dagvaarding in twijfel getrokken. De raadsman is van mening dat de dagvaarding nietig verklaard moet worden. De dagvaarding voldoet volgens hem niet aan artikel 242 van het Wetboek van Strafvordering. Ook haalde hij dat de Amnestiewet van 2012 aan. Kanhai vindt dat de Krijgsraad niet voorbij kan gaan aan deze wet.

Auditeur-militair Manro Danning betoogde dat de dagvaarding wel geldig is. Hij vroeg de Krijgsraad de excepties van Kanhai af te wijzen. Ook zei de auditeur-militair dat de Amnestiewet niet van toepassing kan zijn op deze zaak. Hij onderbouwde dit door te stellen dat inmenging in zaken die reeds bij de rechter zijn, niet is toegestaan. Hij verwees hierbij naar artikel 131 van de Grondwet.
Op vragen van de rechter wist Bouterse niet meer wat zijn woonadres is. De rechter vroeg hem of hij wou reageren op hetgeen naar voren was gebracht. Bouterse zei dat hij daar geen behoefte aan had.
Bouterse werd door zijn echtgenote, Ingrid Bouterse-Waldring en partijgenoten begeleid naar het gerechtsgebouw. Er waren veel politiemanschappen aanwezig.