De 988 houtblokken die in april dit jaar in beslag genomen zijn mogen verkocht worden. Dit is de uitspraak van de kortgedingrechter. De houtblokken zijn in beslag genomen op verdenking van overtreding van de Wet Economische Delicten. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft, terwijl het strafrechtelijk onderzoek gaande is, het besluit genomen over te gaan tot openbare verkoop van voornoemde houtblokken.
De kortgedingrechter heeft vandaag vonnis gewezen in onderhavige zaak en zij kon zich terugvinden in de zienswijze van het OM en concludeerde dat er geen sprake is van āonrechtmatig handelen,ā schrijft het OM in een persbericht.
In reactie hierop is namens het bedrijf S. een verzoek ingediend bij de kortgedingrechter, waarbij is aangehaald dat deze met verbazing heeft moeten vernemen dat in opdracht van het OM op kort termijn zal worden overgegaan tot verkoop van de in beslag genomen houtblokken, terwijl het strafrechtelijk onderzoek nog gaande is.
Volgens verzoeker heeft het OM gehandeld in strijd met artikel 103 van het Wetboek van Strafvordering en de Algemene Beginselen van Behoorlijk Bestuur, omdat er voor de verkoop van de in beslag genomen goederen geen machtiging is verleend door de rechter.
Het OM heeft gesteld dat zij wel rechtmatig heeft gehandeld en wel op grond van onder andere het volgende:
– Doordat er niet kon worden nagetrokken vanwaar het hout afkomstig was (en dus zo de illegale status behoudt), blijft de staat eigenaar van voornoemde houtblokken. Immers bedrijf S. heeft niet kunnen hard maken dat de houtblokken een legale status hebben.
– Ingevolge de Memorie van Toelichting op artikel 103 van het Wetboek van Strafvordering mag onder andere tot verkoop worden overgegaan als de voorwerpen onderhevig zijn aan bederf. In dit geval is hiervan ook wel sprake, want de blokken staan in wind en weer en zijn niet op de juiste wijze opgeslagen.