Grond biedt zekerheid. Personen die in aanmerking komen voor een stuk land kunnen er hun huis op bouwen, aan landbouw doen of een onderneming starten voor hun bestaanszekerheid. De regering-Santokhi wil met haar gronduitgiftebeleid de samenleving hierin tegemoetkomen. Gronduitgifte is volgens Marinus Bee, voorzitter van De Nationale Assemblee (DNA), deel van het ontwikkelingskader dat de regering voor Suriname heeft.
Hij sprak gisteren in Moengo waar het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) ruim honderdvijftig grondpapieren heeft uitgereikt. Tot de aanwezigen behoorden ook president Chan Santokhi en vicepresident (vp) Ronnie Brunswijk. Net als de parlementsvoorzitter onderstreepten ook het presidentiële tandem en GBB-minister Dinotha Vorswijk het belang van een stuk grond voor de persoonlijke ontwikkeling alsook de ontwikkeling van het land.
Ontwikkeling binnenland
Bee legde net als de vp de nadruk op de ontwikkeling van het binnenland. De parlementsvoorzitter wees op de recente ingebruikname van een Cashpoint-automaat in het dorp Goejaba. “Financial inclusion ook binnen het ontwikkelingskader,” stelde hij. Daarnaast werden ook de waterleidingprojecten en elektrificatie voor het binnenland aangestipt.
Bee en vicepresident Brunswijk geloven dat met minister Vorswijk aan het roer bij GBB, het gronduitgiftebeleid van de regering zeker vorm zal krijgen. De vp benadrukte dat onder de huidige regering het binnenland zeker aandacht krijgt en de kans zich te ontwikkelen. De samenwerking zoals die er nu is, is het beste dat hem is overkomen.
Brunswijk benadrukte dat projecten in goed overleg worden besproken en uitgevoerd, wat door president Santokhi werd onderstreept. Het staatshoofd liet net als de vp weten dat er nog heel wat projecten op stapel liggen. In het eerste regeringsjaar zijn al enkele uitgevoerd, maar het tweede jaar worden meer projecten uitgevoerd.
Beloften en besparen
De regering zet zich volgens president Santokhi in om de door haar gedane beloftes na te komen. Om projecten uit te voeren moet er gepland worden. Deel van dat plannen is het besparen, waardoor de projecten met eigen middelen gefinancierd kunnen worden. Er zal ook geld beschikbaar zijn wanneer de overeenkomst met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) rond is, terwijl de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) en de Wereldbank ook bereid zijn in te komen.
Alle sprekers vroegen het geduld van de samenleving in het algemeen en personen die grondaanvragen hebben lopen in het bijzonder. Benadrukt werd dat er grote achterstanden zijn. Na Moengo is het de beurt aan Saramacca, terwijl ook Nickerie en Wanica in de pijplijn liggen.
Volgens minister Vorswijk wordt beleid uitgezet om de achterstanden in te lopen. De uitgifte in Moengo mag alvast als het decentraliseren van de gronduitgifte worden gezien.
Verder voerden ook GBB-directeur Merredith Vitolie, districtscommissaris Olivia Dominie van Marowijne-Zuidwest en haar collega Clyde Hunswijk van Marowijne-Noordoost en ABOP-parlementariër Genevievre Jordan het woord. Zij juichten de start van de gronduitgiftepapieren toe en legden ook de nadruk op de zekerheid die men heeft met een stuk perceel. De sprekers riepen personen die hun stukken in ontvangst mochten nemen op, om alle haast erin te zetten hun zaken rond te krijgen.