Door het gebrek aan munten en muntbiljetten wordt de samenleving gedwongen een snoepje of bubblegum te nemen bij de winkelier in plaats van kleingeld. Ronny Asabina, BEP-fractieleider, heeft gisteren in het parlement aan de regering gevraagd waar diens belofte is gebleven om binnen een redelijke termijn voldoende kleingeld ter beschikking te stellen.
De parlementariër merkte eveneens op dat het krijgen van een snoepje of bubblegum juist het consumeren van zoetigheid stimuleert. Hij wees eveneens erop dat vorig jaar, 4 februari 2021, de wetswijziging van de Muntwet 1960 heeft plaatsgevonden. De wetswijziging was met algemene 45 stemmen aangenomen.
Het doel van de wijziging was dat door de sterk teruggelopen circulatiemunten de staat genoodzaakt was om nieuwe munten aan te maken. Met de wijziging kon er voor de aanmaak van nieuwe muntbiljetten en munten ander materiaal gebruikt worden.
Asabina gaf aan dat de rode draad was dat munten en muntbiljetten in roulatie gebracht zouden worden. “Zo snel als mogelijk zou het in het maatschappelijk financieel verkeer terechtkomen,” zei hij. De praktijk wijst echter uit dat er nog steeds een schrijnend tekort is aan munten en muntbiljetten oftewel kleingeld.
Hij voerde verder aan dat de opnamelimieten bij de bank niet zijn aangepast. Het opnameplafond van gemiddeld SRD 2000 op dagbasis gaat terug naar een koers van SRD 7,52 voor US$ 1. De inflatie van beide jaren was 100 procent. Er is zelfs sprake van geldontwaarding van boven de 200 procent. Het is niet gemakkelijk voor burgers om aan cash geld te komen.
“Als burger moet je letterlijk het hele land afkammen om te kunnen pinnen met het gegeven dat brandstof en openbaar vervoer drastisch zijn verhoogd,” zegt hij. Volgens hem moet de regering duidelijk aangeven waar de munten en muntbiljetten blijven.