NDP-parlementariër Stephen Tsang heeft de regering een overzicht gevraagd van bedrijven en personen die in de afgelopen twee jaar een bedrag boven 10.000 euro het land uit hebben gebracht en een overzicht van de tegenwaarde in US-dollar dat is teruggekomen. Hij merkt op dat het parlement het overzicht helaas niet heeft ontvangen. Daarom vraagt hij de regering om het parlement dat overzicht alsnog te doen toekomen.
De volksvertegenwoordiger merkt op dat er recent vaak personen met grote bedragen in euro’s het land verlaten om in Miami te wisselen voor Amerikaanse dollars. Vanwege de koersverschillen tussen de euro en Amerikaanse dollar in het buitenland worden kennelijk grote winsten gemaakt, gaf hij te kennen in het parlement tijdens de behandeling van de ontwerpwet ter voorkoming van money laundering en terrorismefinanciering.
Nu is het zo dat wanneer iemand tussen 10.000 en 50.000 euro het land uit wil brengen, personen slechts op de luchthaven een formulier kunnen invullen. De herkomst moet daar opgegeven worden. “Hoe wordt de herkomst daar zo snel geverifieerd?”, vraagt Tsang zich af. Als hij 500 euro wil storten op zijn eigen bankrekening moet hij een aantal formulieren invullen en is hij bijna een uur bezig om de herkomst te bewijzen.
Wie bepaalt of de herkomst correct is en dat de persoon mag vertrekken? Wordt er gecontroleerd hoeveel valuta er wordt gewisseld en of die daadwerkelijk weer terugkomt? Wat wordt gedaan als er geen valuta terugkomt, terwijl is aangegeven, dat het doel is om te gaan wisselen?, zijn vragen waar de parlementariër antwoord op wil.
Bij de uitvoer van bedragen boven 50.000 euro heeft een persoon een vergunning nodig en betaalt men consentrecht. Tsang vraagt als er voor bedragen tussen 10.000 en 50.000 euro ook consentrecht wordt betaald. Zoniet, waarom niet, want de staat derft inkomsten. “Wat is het percentage voor consentrecht? Wat doet de Belastingdienst met de informatie?”, vraagt Tsang ter verduidelijking.