Rabin Parmessar, fractieleider van de NDP, is van mening dat de president de hand in eigen boezem moet steken en de corruptieschandalen door deze regering moet aanpakken zoals de vorige regering dat gedaan had. “De president refereert steeds naar de corruptieschandalen van de vorige regering, maar legt de vinger niet op de zere plekken door haar eigen corruptieschandalen aan te pakken,” zegt Parmessar.
De vorige regering was volgens hem wel volwassen genoeg om haar eigen cases bij de procureur-generaal in te dienen. “We eisen dat de president leiderschap toont en ook handelt”, stelde Parmessar. Hij vroeg het staatshoofd onder andere te handelen in de kwesties: New Surfin, HPSG, het zaaizaad schandaal, CDS-Sranan TV, Haïtiaanse mensensmokkel, Indiase mensensmokkel door Bollywood filmbedrijf Lavish, Blitz affaire, COVID-tenten Wanica Ziekenhuis, Gouden toiletpotten van een half miljard Surinaamse Dollar en het houden van niet transparante aanbestedingen.
Volgens Parmessar hebben noch de president noch de minister van Financiën en Planning een woord gerept over de case Blauwmeer. “President wat is er aan de hand? U had transparantie beloofd. Als wij de case Blauwmeer vergelijken met het veilen van de termijndeposito’s, dan is dit in onze perceptie een bewuste actie van de minister van Financiën en Planning om de banken, maar voornamelijk de verzekeringsmaatschappijen te bevoordelen waaronder Assuria”, beweerde Parmessar.
Het assembleelid wil dat de president breedvoerig ingaat op de case Blauwmeer zoals hij dat heeft gedaan in de case Hoefdraad en Interpol. ABOP-parlementariër Edward Belfort en Melvin Bouva (NDP) ondersteunden en vroegen ook dat de president het parlement komt informeren.
Zowel Bouva als Belfort kan zich niet voorstellen dat minister Armand Achaibersing van Financiën en Planning, die ten tijde van de verkoop van Blauwmeer aan de Centrale Bank van Suriname, directeur was van Assuria, in de media zegt dat voor hem de kous is afgedaan. Belfort wilde weten waarom deze minister nog gehandhaafd wordt.
De volksvertegenwoordiger van de ABOP zei dat voor de minister de kous is afgedaan, maar voor juristen en zeker het Openbaar Ministerie niet. Bouva zei dat de kous misschien is afgedaan voor de journalisten, maar dat in het parlement de informatie wel wordt geëist.