De parttimers die hun diensten hebben verleend bij het Bureau voor Openbare Gezondheidszorg (BOG) tijdens de uitbraak van COVID-19, zijn nog steeds niet uitbetaald. Op verschillende afdelingen hebben ze hun krachten verleend. In gesprek met Suriname Herald geven ze aan, dat ze de situatie beu zijn en verdere stappen zullen ondernemen om hun geld te krijgen.
ADVERTENTIE |
De parttimers zijn sinds januari niet meer uitbetaald. Deze werkers zijn in maart ontslagen door het BOG, omdat er minder COVID-19-gevallen waren. “Je kan ons niet ontslaan en niet uitbetalen over de maanden waarin wij wel hebben gewerkt,” zegt Ismael Mac-intosh, een van de parttimers.
Wat de concrete reden is waarom deze personen niet uitbetaald kunnen worden, is niet duidelijk. Ze hebben niet alleen brieven gestuurd naar de directie van het BOG, maar ook naar het ministerie van Volksgezondheid. Er is tot nu toe geen zinvol antwoord gekomen van de instanties. “Persoonlijk vind ik dit heel erg. Je kan niet uitgeven en je spaargeld gaat eraan. Het overgrote deel van ons zijn studenten. We zitten op school en je wil je eigen inschrijfgeld betalen,” zegt Wichantie Angoelal.
Mac-intosh geeft aan, dat nu hulp gezocht zal worden bij vicepresident (vp) Ronnie Brunswijk. De bedoeling is dat ze een petitie zullen indienen bij de vp. Als er dan geen hulp komt, zullen zij naar de groene tafel gaan.
“Wij hebben keihard gewerkt voor ons geld. Ik heb zelfs COVID-19 opgelopen op het werk. En met mij ook andere collega’s. Het is niet dat we aan het bedelen zijn, maar wij willen ons geld hebben,” geeft Michael Nettbar aan.