Het verbaast de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) dat er een toekomstig generaal pardon wordt ingevoerd voor houtexploitatie. Dit is onwettelijk en brengt grote schade aan ons bos en aan ons imago als land, schrijft de VSB in een open brief aan de minister Grondbeleid en Bosbeheer (GBB), Dinotha Vorswijk, inzake het generaal pardon voor de toekomst. Het betreft hier een imago, waarbij men met trots propageren dat Suriname 93 procent bosbedekking heeft en een voorbeeld is voor de wereldgemeenschap.
ADVERTENTIE |
De georganiseerde houtsector/VSB welke het duurzaamheid principe van de exploitatie van het bos omarmd is geschokt van een op de toekomstgerichte generaal pardon voor houtexploitatie. Deze handeling is absoluut onwettig en heeft alleen schadelijke gevolgen voor de totale sector en voor duurzaam beheer van het bos, benadrukt de VSB.
De VSB-houtgroep is er trots op dat Suriname aan de basis heeft gestaan van het ontwikkelen van een duurzaam exploitatie systeem binnen het CELOS-managementsysteem (R.I.L) (John Hendrison). Dit systeem staat wereldwijd aan de basis van de duurzame exploitatie van tropische bossen en is in de afgelopen 30 jaar verder ontwikkeld, waardoor het voldoet aan alle eisen van grote certificeringsschema’s.
Ook de code of practice, die door de Stichting Bosbeheer en Bostoezicht (SBB) jaren terug is geïntroduceerd als minimale eis voor de bosexploitatie, geldt als basis voor het mogen en kunnen exploiteren van hout. Deze code of practice wordt door de nationale en internationale organisaties erkend.
Suriname heeft ook een Boswet die aangeeft dat alleen geëxploiteerd mag worden op de door de overheid erkende arealen: concessies, houtkapvergunningen (HKV) en gemeenschapsbossen (de laatste twee voorzieningen zijn speciaal voor onze gemeenschappen in het binnenland, in het leven geroepen). Deze Boswet maakt alleen maar uitzonderingen voor exploitatie in hele speciale gevallen bijvoorbeeld als er conversie van het bos zal plaatsvinden. Zoals bijvoorbeeld bos naar landbouw, mijnbouw of veeteelt.
Kortom kan het volgende gesteld worden:
– De Boswet is heel duidelijk in waar, wanneer en door wie er mag worden geëxploiteerd
– De code of practice geeft aan, hoe en onder welke omstandigheden mag worden geëxploiteerd.
Ook de procureur-generaal geeft terecht aan dat handelingen tegen de wet en code of practice als strafbare feiten worden gekwalificeerd en dus een economisch delict zijn.
Een generaal pardon kan slechts alleen worden toestaan in gevallen, waarbij toevallige/incidentele velling van bomen in een gebied dat geen concessie, HKV of gemeenschapsbos is plaatsvindt. Dit kan door onder andere onkunde, een fout. Gevallen waar in ieder geval niet bewust, verkeerd is gehandeld.
De VSB keurt het derhalve af, dat ondanks deze overduidelijke onwettige ontwikkeling er toch geprobeerd wordt het generaal pardon voor de toekomst te verdedigen en elk podium te gebruiken om iets recht te praten dat niet verdedigbaar is. De groep houtsector van de VSB ondersteunt de positie van de SBB, de uitspraak van het OM/pg tegen dit fenomeen van ‘generaal pardon’.
De private sector met name de gecertificeerde bedrijven doen jaren tevergeefs voorstellen om:
– Ordening te brengen in de concessie verstrekking (dus het tegengaan van speculatie)
– Versterken van controle en monitoring mechanismen van SBB en invoeren van sancties
– De sector te faciliteren in het terugbrengen van de rondhout export en stimuleren/ faciliteren van lokale verwerking.
“Geachte minister naar ons inzien moet het respecteren van de Boswet en het ordenen van de houtsector de focus zijn hetgeen als basis zal dienen voor verdere duurzame ontwikkeling van ons bos,” aldus VSB.