De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) heeft met deskundigen van het ministerie van Financiën en Planning nogmaals de inzichten en bezwaren die het bedrijfsleven heeft met betrekking tot invoering van belasting over de toegevoegde waarde (btw) besproken. Er is zaterdag hierover gesproken met minister Armand Achaibersing, de leiding van het Directoraat der Belastingen en de adviseur van het departement.
Hoewel het proces van de totstandkoming van de conceptwet btw en indiening daarvan bij De Nationale Assemblee (DNA) geen schoonheidsprijs verdient, waren beide partijen het erover eens dat de ogen op de toekomst moeten worden gericht. Minister Achaibersing beargumenteerde dat het btw-traject dat ingevoerd zal worden een transformatieproces is, dat ook op het ministerie hard gewerkt wordt aan automatisering van het belastingsysteem en er een communicatietraject zal worden ingezet voor de samenleving en de ondernemers in het bijzonder. In een gemoedelijke sfeer heeft de VSB de fundamentele bezwaren kenbaar gemaakt bij de invoering van btw.
VSB benadrukte daarbij dat de organisatie voorstander is van invoering van de btw en onderschreef de tijdsdruk en het belang voor Suriname. De btw verbetert immers de internationale fiscale concurrentiepositie en brengt meer belastingopbrengsten voor de overheid met zich mee dan de huidige omzetbelasting.
Echter, tegen de achtergrond dat de btw – wet zoals het nu voorgelegd is aan de DNA in januari 2023 zou moeten worden uitgevoerd, de sociaaleconomische omstandigheden waar het volk onder gebukt gaat (hoge inflatie van 60 procent), meer kwaad dan goed zal doen, stelde de VSB voor de volgende onderwerpen onder de loep te nemen.
– Tarief en Grondslag voor btw
– Proces van verbetering
– De overgangsregelingen
Voor wat het standaardtarief bij de invoering van de btw betreft, adviseert de VSB die in eerste instantie niet hoger te stellen dan 5 procent. Dit houdt in dat de gemiddelde belastingdruk op consumentenprijzen wordt verlaagd met ongeveer 2 procentpunten. Deze verlaging is noodzakelijk om de gebreken en problemen in de wet, de relatie met aanverwante wetten, uitvoeringscapaciteit en huidige economische omstandigheden, beter op te vangen.
Volgens berekeningen van de deskundigen van de VSB is een btw-tarief van 15 procent vergelijkbaar met een omzetbelastingtarief van rond de 30 procent. Die verhoging lijkt de VSB totaal onverantwoord en onnodig, gelet op de vele mogelijkheden tot verbreding van de belastinggrondslag (bijvoorbeeld, het belasten van de toegevoegde waarde van casino’s, cambio’s en andere gevallen van verbruik in ons land).
Het tarief van 5 procent zal voordelen opleveren voor de begroting van de overheid en de totale samenleving, aangezien het de noodzaak van eenvoud en gelijke belasting van meer activiteiten versterkt. Dit is bevorderlijk voor de sociaaleconomische rust. Het proces tot verbetering van de wet moet worden ingezet door gedegen en breedvoerige discussies met belanghebbenden. Over de vorm en aanvang van dit proces moet nog overeenstemming worden bereikt.
De VSB heeft tijdens dit gesprek enkele aspecten waarover er onduidelijkheid was, namelijk uitholling van de belastinggrondslag, kostprijsverhogende maatregelen en onuitvoerbare regelingen, belicht. De bedrijfslevenorganisatie benadrukt, dat bij de overgangsregelingen urgente correcties nodig zijn om discriminatie tegen Surinaamse producenten tegen te gaan. Verder is het van belang geen formaliteiten en processen te vereisen, die niet door administratieve systemen verwerkt kunnen worden.
VSB werd bijgestaan door de fiscaal jurist Stanley Esajas. Sherida Mormon, directeur van de VSB, heeft de meeting met het ministerie van Financiën en Planning als constructief ervaren en verwacht op basis van deze bespreking, dat de argumenten welke zijn aangedragen, grond zullen vinden voor een gedegen aanpak van de btw.
De organisatie zal binnenkort met informatiesessies starten voor haar leden om ook het bedrijfsleven klaar te stomen voor een succesvolle invoering van de wet per 1 januari 2023.