De herdenking van het zestigjarig bestaan van het gezondheidscentrum Djoemoe staat vanwege de moeilijke financiële situatie van de Medische Zending (MZ) nu meer in het teken van bezinning over het uitdagend pad dat bewandeld is, maar ook de grote gezondheidsissues die de gemeenschap bedreigen. Dreigende infectieziekten zoals COVID-19 en chronische ziekten zoals hoge bloeddruk en suikerziekte met hun complicaties zijn zaken die aan de orde worden gesteld bij de herdenking.
Op 15 september bestond dit centrum zestig jaar. Er zullen in verband met dit heuglijk feit activiteiten worden gehouden, waaronder een receptie en dankdienst op 30 september. De activiteiten zullen worden bijgewoond door onder meer parlementsvoorzitter Marinus Bee, de directeur van Volksgezondheid, Rakesh Gajadhar Sukul, en Rosmond Adams van de Pan-Amerikaanse Gezondheidsorganisatie (PAHO). In het dorp worden momenteel voorbereidingen getroffen om de gasten goed op te vangen.
Het gezondheidscentrum behelst een poli waar gezondheidsassistenten patiënten behandelen en beschikt over een beddenhuis voor de observatie van zieken. Hierdoor is het mogelijk gemaakt dat behoeftigen niet in alle gevallen steeds hoeven af te reizen naar Paramaribo voor observatie.
Het centrum is een hoofdpost en heeft als bijposten de poliklinieken te Semoisie en Kajana. In totaal zijn ongeveer 9000 bewoners van 20 omliggende dorpen aangewezen op diensten vanuit deze poli’s. Onder Djoemoe alleen ressorteren er elf dorpen.
Op 15 september 1962 werd het nieuwe ziekenhuis, het Jaja Dandè ziekenhuis, feestelijk geopend door granman Daniel Aboikoni. Het verpleeghuis werd vernoemd naar een vrouw uit omstreeks 1765, zuster van het toenmalige grootopperhoofd der Saramaccaners. Jaja Dandè wist in die moeilijke tijd haar broer en overige stamgenoten te overtuigen hun wantrouwen te overwinnen en de Hernhutter-zendelingen, die zich in hun dorp wilden vestigen, te ontvangen.
De bouw van het Jaja Dandè hospitaal begon in maart 1961, waarna de opening op 15 september officieel geschiedde. De medicus Win Vlaanderen, werd in 1959 als jonge arts uitgezonden door het Zeister Zending Genootschap (ZZG) om diep in het binnenland een nieuw ziekenhuis te stichten.
Het hospitaaltje had twee zalen met in totaal veertien stretchers, een verloskamer en een zusterspost. Vlaanderen ervoer een hele verbetering, want hij kon ernstige zieken nu opnemen en hoefde zelf niet meer naar de dorpen waar er onder moeilijke omstandigheden patiënten bijgestaan moeten worden.
Het ziekenhuis veranderde met de jaren in een gezondheidscentrum vanwege verschillende omstandigheden, waaronder niet in het minst de moeilijke financiële haalbaarheid van de exploitatie. In haar nieuwe benadering richt de Medische Zending zich vooral op gezondheidsbevordering, waarbij de dorpsgemeenschappen betrokken worden om ziekten in hun eigen directe omgeving te voorkomen.
Via onder andere gezondheidsbevorderingsprojecten wordt ook in Djoemoe gewerkt aan de verbetering van de gezondheidszorg. Hierbij zijn veldbezoeken, gemeenschapsparticipatie, ouderenzorg aan huis en voorlichting geven geïdentificeerde manieren om het doel te bereiken.