Dat Surinamers niet werken in de vissector is volgens Udo Karg, voorzitter van de Surinaamse Seafood Associatie, een misverstand van mensen over Surinamers en de vissector. Karg zegt dat er enorm veel Surinamers werken in de vissector. De sector biedt werkgelegenheid aan zo’n 5000 tot 8000 gezinnen in Suriname.
Hij geeft aan dat wat men bedoelt is dat Surinamers niet zelf op zee gaan om te vissen. Dit komt volgens hem, omdat de gemiddelde Surinamer niet als visser is opgegroeid, maar eerder landbouwer en later met kantoorbaantjes. “Het vissen moet in je zitten. Je moet ermee opgegroeid zijn”, stelt Karg.
Hoewel een groot deel van de vissers uit het buitenland komt, zegt hij dat de meeste intussen Surinamers zijn geworden. Zij zijn in de jaren 60, 70 en 80 naar Suriname gekomen en kwamen uit vissersfamilies.
“Ze zijn al drie tot vier generaties hier, maar het zit in hen. Ze hebben dat als beroep gekozen dat geldt met name voor dat deel dat we noemen bevolkingsvisserij”, legt Karg uit. Bij het andere type visserij met name de trawlvisserij zijn er meer Surinamers, omdat zij die kennis mee hebben gekregen ten tijde van de ontwikkeling van de grote garnalenvisserij. Een deel van hen heeft het toen weer overgedragen op hun kinderen.
Een groot deel van de vissers in deze groep bestaat uit buitenlanders. De bemanning van een aantal trawlboten komt uit het buitenland soms helemaal uit de Filipijnen. De snapper visserij wordt vooral beoefend door Venezolanen, maar met de uitdrukkelijke vergunningsvoorwaarden dat alles dat gevangen wordt in Suriname moet worden aangeleverd, verwerkt en vanuit Suriname moet worden geëxporteerd. Hetzelfde geldt voor de tonijnvisserij.