De Nationale Assemblee (DNA) heeft gisteren een duidelijk standpunt ingenomen in de kwestie Tijgerbank. De volksvertegenwoordiging wil niet dat de Tijgerbank uitgegeven wordt in concessie. Assembleevoorzitter Marinus Bee heeft hierin een belangrijke rol gespeeld door de regering te vragen om indien dit in de planning was, alle aanvragen gelijk te verscheuren. “We gaan het niet accepteren we moeten het land opbouwen”, zei Bee.
De kwestie is gisteren aangekaart door NDP-parlementariër Claudie Sabajo. Edgar Sampie (ABOP) overhandigde daarna de brief aan het parlement afkomstig van de coördinator van Grondzaken van het Kabinet van de President waarin advies wordt gegeven aan de minister van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) over Tijgerbank. In de brief staat dat de Tijgerbank niet behoort tot een natuurreservaat en dus uitgegeven mag worden in concessies.
Sabajo zei dat Galibi leeft van toerisme en dat de Tijgerbank een plek is waar toeristen uitstappen om te genieten van de vele vogelsoorten die daar voorkomen. Sampie vroeg de regering om de Tijgerbank gelijk te verheffen tot natuurreservaat indien dat nog niet het geval is. Dit, zodat het een beschermde status krijgt.
Melvin Bouva (NDP) vroeg het parlement om een politiek signaal te geven, zodat men afblijft van de Tijgerbank. Zijn oproep werd ondersteund door Bee. Patrick Kensenhuis (NDP) zei dat de Tijgerbank niet uit handen gegeven kan worden.
Minister Albert Jubithana van TCT zei dat hij niet kan staan achter een zaak, waarbij de enige zandbank van Suriname bedreigd wordt. Volgens de bewindsman moeten we de natuurlijke hulpbronnen die ons uniek maken koesteren en beschermen. Bouva was blij met de mededeling van de minister en zei dat het parlement hem zal ondersteunen, omdat hij weet dat de minister het niet gemakkelijk zal hebben in de regeringsvergadering waarin deze kwestie besproken zal worden.
Sampie gaf aan dat indien de minister van GBB dit advies blindelings had gevolgd, zij en de president nu in problemen zouden komen. Hij vroeg de minister om geen brieven te accepteren van mensen van het Kabinet dan de President zelf.
Rabin Parmessar, fractieleider van de NDP, is van mening dat deze zaak strafrechtelijk onderzocht moet worden. Harriet Ramdien (VHP) vroeg de regering om duidelijkheid te geven in deze kwestie voordat de zaak een eigen leven gaat leiden.