De Wet Productie Kredietfonds (PKF) is afgelopen donderdag met algemene 29 stemmen aangenomen in De Nationale Assemblee (DNA). Dit fonds is bedoeld om de productie te stimuleren bij kleine- en middelgrote ondernemingen (kmo’s), maar de sectoren handel, landbouw, veeteelt en visserij zijn uitgesloten. De NDP-fractie heeft zich onthouden van stemmen.
Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning zei dat het PKF een fonds is om de productie te ondersteunen met leningen tegen gunstige voorwaarden. Het fonds krijgt een eerste inleg van SRD 50 miljoen. Het parlement heeft gevraagd dat het fonds aangevuld wordt, omdat de behoefte groot is en dit bedrag niet voldoende zal zijn. Volgens de bewindsman zijn er mogelijkheden om het fonds op te toppen.
De limieten van de kredieten zijn gesteld op SRD 2 miljoen per ondernemer. De rentevoet is 5 procent met een grace periode van een jaar voor de aflossing van de rente en een grace periode van minimaal twee jaren voor de aflossing van de lening.
Verschillende DNA-leden hebben het Nationaal Ontwikkelingsfonds voor Agribusiness (NOFA) als voorbeeld gebruikt om deze wet te behandelen. Zo werd gewezen op het feit dat in NOFA, maar SRD 10 miljoen is gelegd. Nu is alles uitgeleend en lopen er nog aanvragen in de miljoenen. Er is gevraagd dit fonds ook op te toppen.
Minister Parmanand Sewdien van LVV, zei dat het bestuur in totaal 26 leningen heeft verstrekt en de beschikbare SRD 10 miljoen uitgezet. De regeringsraad heeft besloten om het fonds op te toppen met SRD 90 miljoen. De lopende aanvragen bedragen SRD 20.1 miljoen.
De regering is met veel voorstellen van het parlement meegegaan. Er is besloten het bestuur uit te breiden van vijf naar maximaal zeven leden. Naast een lid van het ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport is ook een lid vanuit het Surinaamse Business Forum toegevoegd.
De leden Ronny Asabina (fractieleider BEP) en Stephen Tsang (NDP) hebben ook hun zorgpunt geuit over de samenstelling van het bestuur, maar er is geen verdere verandering hierin gekomen. Met name Tsang was niet eens dat de regering leden van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), Associatie van Surinaamse Fabrikanten (ASFA) en nu Suriname Business Forum (SBF) opneemt in het bestuur.
Tsang en Asabina waren ook tegen de vertegenwoordiging van Financiën en Planning door twee leden in het bestuur, waarvan een de voorzitter is de ander gewoon lid. De vrees is dat de politiek weer de overhand zal hebben. Ten aanzien van het bedrijfsleven is er volgens Tsang sprake van belangenverstrengeling en dat het bedrijfsleven aanvragen die concurrerend zouden kunnen zijn, kan afwijzen.
Minister Raghoebarsing zei dat deze organisatie waarde toevoegen aan het fonds omdat het respectabele organisaties zijn. Hij vroeg dat zij niet gecriminaliseerd worden. Het voorstel van Mahinder Jogi, voorzitter van de commissie van rapporteurs en Rabin Parmessar (fractieleider NDP) om een lid van LVV in het bestuur op te nemen is niet meegenomen.
De regering heeft besloten de publicatieplicht in de wet op te nemen. De Nationale Ontwikkelingsbank (NOB) krijgt als beheerder de additionele taak om zesmaandelijks de publicatie te doen over de stand van zaken met de aanvragen. Dit houdt in dat zal worden aangegeven wie allemaal in aanmerking is gekomen voor een lening, hoeveel de lening is.
De regering heeft afgezien van het besluit om de beheerder toestemming te geven om overtollig kapitaal van het fonds te beleggen. Er is veel aandacht gevraagd voor de toegankelijkheid van het fonds in alle districten. Ook is gevraagd dat de regering gebruikmaakt van de media om het fonds bekendheid te geven.
Verschillende DNA-leden hebben gevraagd dat de regering een evaluatie presenteert van de verschillende fondsen, maar de regering heeft alleen de stand van zaken bij het NOFA-fonds gepresenteerd.