Ongeveer 45 procent van de mensen in Suriname heeft het niveau van de vierde klas lagere school. Met dit percentage personen dat de vierde klas lagere school als hoogst genoten opleiding heeft, kan je geen land opbouwen, zegt minister Marie Levens van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC). Ze sprak gisteren tijdens een persconferentie van haar departement.
Levens merkt op dat de regering het gemakkelijk had kunnen maken door het systeem zo te laten zoals dat was. Er is echter voor gekozen om de 45 procent te verlagen. Er is bewust voor gekozen om mensen te hebben in Suriname, die op het minst tien jaar naar school zijn gegaan.
“Dat is de enige reden waarom we hebben gezegd laten we de kinderen die niet goed meekunnen, niet langer buiten spel zetten”, zegt Levens. Het onderwijssysteem heeft jarenlang leerlingen die niet mee konden of langzamer waren, buiten spel gezet, merkt ze op. “Twee keer blijven zitten betekent wegwezen.” Met het oude systeem heeft men veel talent verloren, is de bewindsvrouw van oordeel.
Ze voert verder aan dat alle leerkrachten drie niveaus in hun klas kennen. Het eerste niveau is de groep van kinderen die alle leerstof snel oppakt, het tweede niveau is een grote groep die gemiddeld mee kan en de derde groep bestaat uit leerlingen die veel langzamer zijn in het beheersen van de leerstof.
Vroeger werden de leerlingen die moeilijk mee konden met de leerstof buiten spel gezet. Dat is gegroeid tot ongeveer 45 procent van de samenleving. Blijven zitten is daardoor afgeschaft. “Wat niet bestaat is gratis overgaan”, zegt Levens.
Het verhaal dat het ministerie alles uit het hoofd doet, is niet waar, benadrukt de minister. Er is veel voorwerk en onderzoek gedaan voordat het ministerie het nieuw systeem heeft geïmplementeerd. Voorbereidingen zijn 25 jaar geleden al gestart en langzaam is het systeem opgebouwd, zodat het uiteindelijk doorgevoerd kon worden.
Er wordt regelmatig getest. Voorheen gebeurde dat alleen wanneer de kinderen in de zesde klas zaten. Het testen is bedoeld om te weten wat het ministerie moet doen aan de hand van de uitslagen.
Levens heeft beloofd dat de leerkrachten hulp zullen krijgen van specialisten. Het gaat dan om reken- en taal specialisten en maatschappelijk werkers voor de kinderen.