De koers is nu boven de SRD 30 voor US$ 1. “We gaan naar SRD 35 straks”, zegt vicepresident (vp) Ronnie Brunswijk tegenover journalisten. Hij maakt zich zorgen over de alsmaar stijgende koers, want deze gaat gepaard met prijsstijgingen van goederen in de winkels.
De vp zegt dat hij eerder al gewaarschuwd heeft hiervoor. Zo stelde hij dat als de koers boven de SRD 30 komt, de samenleving het dan niet zal kunnen dragen. Hij merkt op dat nu ook de prijs van kookgas aangepast wordt.
De inkomsten die de staat wil binnenhalen, zijn ten koste van de gemeenschap. Wanneer hij wat zegt hierover betekent het niet dat hij tegen het beleid is van de regering waar hij deel van uitmaakt. Echter is hij van oordeel dat er wel rekening gehouden moet worden. “Deze regering waarin ik ook zit moet begrijpen dat we het volk dit niet hebben beloofd”, zegt Brunswijk.
Hij probeert rekening te houden met het volk. “Mi ben tak en kba na kow tere mi ben hori kba.” Brunswijk benadrukt dat het volk niet deze behandeling verdient die zij nu krijgt. Het volk rekent op de regeringen die op hun plaats het volk helpen, is de vp van oordeel.
Brunswijk vindt dat de regering zich niet moet blindstaren op het Internationaal Monetair Fonds (IMF) met het excuus dat het IMF druk legt. IMF heeft zoveel tranches geld niet overgemaakt. “IMF zegt ons dat wij de prijzen voor de gascilinders moeten loslaten, pompprijzen moeten loslaten, subsidie moeten loslaten maar alles dat we loslaten is ten koste van het volk”, zegt Brunswijk.
En arme mensen in dit land kunnen niet eten, oppert hij. Brunswijk vraagt zich af hoe een arm gezin een gascilinder met kookgas zal kunnen kopen als de subsidie wordt weggehaald. Bepaalde zaken, zoals prijsstijgingen in de winkels, mogen volgens hem niet gebeuren. Die prijzen moeten stabiel gehouden worden.
“Andere mensen kunnen hun kinderen niet naar school sturen wan den no man nyan”, zegt hij. De vp is van mening dat de regering wel kan werken met het IMF, maar het IMF moet ook rekening houden met Suriname.