Niemand en in het bijzonder de regering moet activisten en burgers die vreedzaam willen protesteren, beperkingen opleggen. Als het aan activist Curtis Hofwijks lag was hij maandag al de straat op geweest om te protesteren. Maar als activist kent hij zijn verantwoordelijkheid en het is goed om nuchter de zaak te bekijken.
Activisten hebben vanavond een meeting gehad om te bespreken welke stappen ze verder zullen ondernemen. Hofwijks merkt dat de regering de aandacht van de werkelijke problemen probeert af te leiden door alleen de focus te leggen op het plunderen. In de ogen van de regering lijkt het alsof iedereen op 17 februari aan het plunderen was.
“Het is helemaal niet correct.” Volgens hem wordt een beeld gecreëerd alsof het optreden van de regering rechtmatig was. Het buitensporig politiegeweld is volgens Hofwijks niet veroordeeld. Er zijn video’s van personen die op hun buik liggen en er wordt op ze getrapt en tegen ze geschopt als een bal. Er wordt door de regering alleen hard optreden aangekondigd en het lijkt erop alsof ze buitensporig geweld aan het legitimeren zijn.
Er zal gekeken worden naar de oorzaak waarom de mensen de straat op zijn gegaan. “A san n’e go bun”, zegt Hofwijks. Iedereen in de samenleving, ongeacht als iemand ondernemer is of een andere functie bekleedt, ervaart hetzelfde.
Er worden al lang signalen gegeven aan de regering middels diverse protesten vanuit verschillende groeperingen. Deze worden door de regering beantwoord met rancune. Structureel wordt door deze regering geprobeerd om mensen die protesteren het zwijgen op te leggen. Er zijn volgens Hofwijks geen gronden waarom Stephano ‘Pakittow’ Biervliet is aangehouden.
Vreedzaam protesteren is geen gunst
Raoul Hellings op zijn beurt geeft te kennen dat men het misschien niet beseft, maar de rechtstaat is in gevaar. Het zijn juist nu de autoriteiten die de democratie en rechtstaat met de voeten betreden.
“Wij moeten ervoor zorgen dat de democratie in Suriname niet dood wordt gemaakt”, zegt Hellings. Er wordt gesproken over het wederom invoeren van vergunningen om te protesteren. Dit vindt Helling kolder, want de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) en de Verenigde Naties (VN) zijn hierover duidelijk. Het vreedzaam protesteren is geen gunst van een toevallige overheid.
Er wordt subtiel en wel openlijk gezegd dat er excessief en wel buiten proportioneel geweld zal worden toegepast. Het schijnt dat men het onderscheid niet kan maken tussen vreedzaam protesteren en het plunderen, merkt Hellings op.
De burger wordt nu al gecriminaliseerd wanneer die de straat op wil om te protesteren, geeft hij aan. Wanneer ervan uit de regering wordt geroepen om de fundamentele rechten van de mensen aan de kant te zetten, moet men al weten hoe laat het is, voert Hellings aan.
Er zal meer moeten gebeuren voordat je de fundamentele rechten van de mensen kan beknotten of verbieden. Het moet bij wet plaatsvinden. De president kan niet in zijn eentje met zijn team gaan beslissen dat die vandaag zegt: “Ik schort het recht op demonstreren op,” zegt Hellings.