Er is in de wereld momenteel een grote vraag naar markoesa. Dit gewas groeit makkelijk in Suriname en kan op grote schaal verbouwd worden. Een markoesa-industrie lokaal kan dus een realiteit worden. Medewerkers van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) zijn op 27 maart door de internationale Braziliaanse deskundige Abel Rebouças São José intensief onderricht in de teelt van markoesa.
Tijdens een trainingsworkshop hebben de medewerkers hun kennis verrijkt over de diverse teeltmethoden, onkruidbestrijding, bemesting, herkennen en beheersen van ziekten en plagen. Het geheel heeft theoretisch op het departement en praktisch op de markoesa-aanplant te Matta plaatsgevonden. De training is onderdeel van het Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsank (IDB)-project Agricultural Competitiveness Program (SU-L 1020): component II: Minor Fruits.
Het Minor Fruits project richt zich momenteel op markoesa met als doel het verhogen van de productie in Suriname. De voorlichters en deskundigen van LVV, met name van het directoraat Landbouwkundig Onderzoek, Afzet en Verwerking (DLOAV), zullen uiteindelijk de opgedane kennis delen met anderen. Het directoraat zal volgens directeur Anand Ramkisoensing steeds op de achtergrond onderzoek blijven doen,“aangezien wij de richting op gaan voor markoesa-industrie in Suriname”.
Ramkisoensing zegt dat in het buitenland de vraag naar dit strategisch product groot is, terwijl de prijs internationaal stijgt. “Hier groeit het heel makkelijk, maar als we internationaal willen afzetten moeten wij gaan richting professionalisering bij het verbouwen.”
Hij drukte de verantwoordelijken van de LVV-onderzoeksafdelingen op het hart de markoesatraining met volle aandacht te volgen en kritische vragen te stellen. Het doel van dit project moet namelijk binnen kort termijn behaald worden.