NDP-parlementariër Ebu Jones heeft dinsdag bij de behandeling van de Wet collectieve rechten inheemse en tribale volken aandacht gevraagd voor de ongelijke kansen als het gaat om de ontwikkeling van de inheemsen. Jones deelde mee dat nog geen 3 procent van het politiekorps uit inheemsen bestaat. Daarnaast is maar 5 procent van het onderwijskorps inheems.
De parlementariër van de NDP merkte op dat er momenteel geen inheemse vertegenwoordiging is binnen de rechterlijke macht, en dat de groep inheemsen die zich in de medische faculteit bevindt en als artsen kan worden aangeduid, zeer klein is en daarom verwaarloosbaar wordt. Met uitzondering van een minister is er weinig zichtbaarheid van inheemse vertegenwoordiging in de leiding van Suriname.
In De Nationale Assemblee zijn er slechts vier leden van inheemse afkomst, merkte Jones op. Volgens hem worden de ontwikkeling en zichtbaarheid van inheemse gemeenschappen op geen enkele manier weerspiegeld in gelijke kansen voor alle Surinamers.
Jones stelde de vraag wanneer regeringen zullen beseffen dat dankzij de inzet van inheemse gemeenschappen voor het behoud van bossen, we nu kunnen zeggen dat we het groenste land ter wereld zijn.
De NDP’er wees erop dat toen vrouwen onzichtbaar waren er beleid is gevoerd om meer vrouwen in posities te krijgen. “Waarom komt er geen beleid voor de inheemsen. Bij de marrons zien we wel een inhaalslag. Op universiteit is het aantal marrons zichtbaar en ook op meerdere gebieden in de ontwikkeling van Suriname. Ze maken gebruik van mogelijkheden om actief te participeren aan de ontwikkelingen. Dat kunnen we niet zeggen van de inheemsen”, stelde Jones.
Hij is van mening dat juist omdat de mogelijkheden er niet zijn er escalaties komen, omdat mensen zich niet gehoord voelen. “Terwijl er geen kansen zijn, komen anderen en nemen dat wat ook gedeeld zou kunnen worden”, zei Jones.
Hij benadrukte ook dat de granmans van de marrons blijk geven van broederschap jegens de inheemse gemeenschappen vanwege de hulp die zij hebben geboden toen de marrons van de plantages vluchtten door hun grondgebied aan hen ter beschikking te stellen. “Hoe zit het met ons? Waar is onze broederschap naar de inheemsen toe?” aldus Jones.