Stephano ‘Pakittow’ Biervliet heeft tegenover de rechter zijn relaas gedaan over de incidenten tijdens de protestdemonstratie op 17 februari dit jaar. Biervliet is opruiing, poging tot doodslag, poging tot zwaar lichamelijk letsel, brandstichting en vernieling ten laste gelegd. Hij deed in zijn verhoor een uiteenzetting van wat de aanleiding was om de protestdemonstratie te houden en wat er op voornoemde dag is gebeurd.
Biervliet meende gebruik te maken van zijn recht op demonstratie. Hij zei op te komen tegen wat fout ging en om af te dwingen wat publiekelijk door de huidige president was beloofd. Het uitblijven van de beloftes brengt volgens hem frustraties met zich mee, aangezien corruptie, nepotisme en vriendjespolitiek hoogtij vieren. Hij bracht in herinnering dat hij samen met de huidige president en regeringstoppers tijdens de vorige regering zij aan zij tegen al deze zaken heeft geprotesteerd. Echter vindt hetzelfde nu in verhoogde vorm plaats.
Volgens Biervliet heeft het uitblijven van hetgeen door de huidige president beloofd was, hem gedwongen op straat te komen. Hij heeft in aanloop naar 17 februari gesprekken gevoerd met burgers en kindertehuizen, die aangaven dat de situatie in het land niet meer te dragen was. Daags voor de protestactie heeft hij een gesprek gehad met de politie die hem namens de waarnemend procureur-generaal had opgeroepen en de te volgen richtlijnen had voorgehouden. Afgesproken was een vreedzaam protest te houden. Er mocht wel muziek worden afgespeeld, maar het lied Heat werd verboden.
Het nummer Heat werd verboden tijdens de demonstratie:
Pakittow vroeg om begeleid te worden naar het Onafhankelijkheidsplein, wat aan hem werd toegezegd. Echter verbaasde het hem dat hij op de bewuste dag niet vanuit de Henck Arronstraat door mocht rijden naar het Onafhankelijkheidsplein, maar linksaf de Mgr. Wulfinghstraat moest inslaan. Op de kruising van de Van Roseveltkade/Grote Combéweg werd de soudtruck door enkele politie-inspecteurs en leden van het Directoraat Nationale Veiligheid belet naar het Plein te rijden. De menigte begon zich te roeren, waarna een inspecteur, na een telefoontje gepleegd te hebben, alsnog toestemming gaf. Volgens Biervliet stond intussen reeds een grote groep bij het Plein te schelden. Hij sprak de mensen aan om zich kalm te houden.
Aangekomen in de bocht bij het DNA-gebouw vroeg hij ook daar de demonstranten de rust te bewaren. Echter waren enkele mensen van mening dat de soundtruck verplaatst moest worden. Ze gaven aan dat ze niet voor rust waren gekomen. Biervliet zegt dat er plotseling geschoten werd en dat de massa op dat moment losging.
Hij maakte naar eigen zeggen voor het eerst mee hoe mensen de poorten van het parlementsgebouw uit de voegen probeerden te halen, met stenen gooiden en alles stuk sloegen. Tot overmaat van ramp werd er traangas op de menigte afgevuurd. Biervliet zegt dat de situatie op dat moment oncontroleerbaar was, en dat politieambtenaren, zelfs inspecteurs, stonden te kijken naar wat zich afspeelde.
Volgens Pakittow waren er echter ook gemaskerde mannen en mannen gewapend met messen. Zij bedreigden hem en zij die met hem waren, en namen ook de microfoon over. Biervliet zou zelfs bedreigd zijn met de woorden: “No wan man e gwe, mo sut’ a truck panya.”
“Het was gewoon een coup”
Hij haalt het niet uit zijn hoofd dat de escalatie van 17 februari in elkaar is gezet. “Het was gewoon een coup”, stelt Pakittow. Hij gaf wel aan verantwoordelijk te zijn geweest voor de vreedzame protestactie, maar helemaal niet voor de uit de hand gelopen situatie met plunderingen, brandstichtingen en vernielingen.
Biervliet is verder de mening toegedaan dat “we in een land vol corruptelingen wonen” en dat hij de enige is die durft zijn mond open te doen. Op de vraag van de officier van justitie waarom hij zich bedreigd voelde, terwijl hij juist voor het volk opkwam, merkte Biervliet op dat Suriname vol personen met politieke belangen zit. Hij noemt zichzelf de enige die nog correct praat en politieke toppers via de media aanspreekt op wat ze verkeerd doen.
De officier van justitie had geen pasklaar antwoord op de opmerking van advocaat Benito Pick waarom voorzorg was nagelaten, terwijl er al voor 17 februari signalen zouden zijn dat er iets kon gebeuren. De officier van justitie wenste hierop op de volgende zitting te reageren waarna de rechter de zaak uitstelde naar 18 juli. Dan zal het Openbaar Ministerie ook een strafvoorstel doen.