Een rechter heeft de 15-jarige U.C. schuldig bevonden aan het stelen van SRD 70.000 van zijn moeder. Op 22 april verkocht de moeder van U.C. haar voertuig nadat haar huis was afgebrand. Ze had dringend geld nodig om de noodzakelijke benodigdheden voor zichzelf en haar kinderen te kunnen kopen, waardoor ze geen andere keuze had dan het voertuig te verkopen.
De volgende middag, na haar siësta, zocht de moeder naar haar telefoon, maar kon deze niet vinden. Tot haar verbijstering merkte ze ook op dat haar tas met geld ontbrak. Ze begon te vermoeden dat haar zoon, U.C., er meer vanaf wist, aangezien hij in het verleden al vaker waardevolle spullen van haar had gestolen.
Vastbesloten om antwoorden te krijgen, besloot ze hem te zoeken in het centrum van Paramaribo. Op een gegeven moment zag ze hem voorbijrijden in een taxi. Ze seinde naar de taxichauffeur, B.R., om te stoppen, maar in plaats daarvan versnelde hij zijn snelheid. Andere taxichauffeurs begonnen de achtervolging en slaagden er uiteindelijk in om hem klem te rijden.
Zowel B.R. als U.C. werden overgedragen aan de politie, maar het geld bleef spoorloos. U.C. beweerde dat hij SRD 150 moest betalen voor de taxirit en dat B.R. het geld zag toen hij het uit zijn tas haalde. B.R. stopte op een locatie aan de Drambrandersgracht, waar hij de tas met geld meenam.
Bij zijn terugkomst gaf hij de tas weer terug aan U.C., maar tot hun verbijstering kon U.C. het geld niet meer vinden. U.C. vroeg aan B.R. waar het geld was, maar B.R. beweerde dat het verloren was gegaan. Bij de politie ontkende B.R. enige kennis te hebben van het geld.
De officier van justitie eiste een jeugddetentie van 9 maanden onvoorwaardelijk en begeleiding door de dienst Jeugd Kinder Bescherming en de rechter veroordeelde U.C. conform de strafeis. Met deze uitspraak blijft U.C. gevangen gehouden.