“God bepaalt wie de nieuwe president van Suriname wordt. Ik sta niet te springen om president te worden,” zei vicepresident (vp) Ronnie Brunswijk woensdag vóór aanvang van de vergadering van de Raad van Ministers (RvM).
Brunswijk zegt ook dat iedereen zijn eigen mening heeft over wie mogelijk gekozen kan worden tot president en vicepresident. De VHP heeft vorige week een initiatiefwet ingediend, die betrekking heeft op het wijzigen van de Kiesregeling en de Grondwet. Er is in een wetsartikel opgenomen, dat personen met een strafblad niet als president en vicepresident kandidaat kunnen worden gesteld.
Volgens Brunswijk worden personen president en vicepresident door tussenkomst van God. Hij stelt dat personen hebben gezien dat deze Brunswijk in staat is alles over te nemen. “Als je iemand niet kan bestrijden moet je hem joinen. Ze mogen alles doen wat ze willen. Als die wet aangenomen moet worden laten ze dat dan doen. Ik ben voor niets bang. De Almachtige bepaalt nog steeds,” vindt Brunswijk.
Hij gaf verder aan dat als het niet de wil was van God hij momenteel ook geen waarnemend president zou zijn. “Niemand kan mij uitsluiten om mee te doen aan het presidentschap. Wat zou mij kunnen stoppen om dan morgen president te worden? Het is toch onmogelijk? Eigenlijk zijn ze al laat. Ze hadden eerder moeten beginnen met de wetgeving”, zegt de vp.
“Wie had gedacht dat ik waarnemend president zou worden. Ik kan nu de telefoon pakken en bellen, dan kan ik opdracht geven. Ik ben hier met alle ministers bezig, maar omdat je denkt dat meneer Brunswijk de verkiezingen kan winnen wil je met zo’n wet komen.”
Het lijkt er volgens de vp op dat de wet personen moet belemmeren. “Dat is niet goed. Niemand kan voor het volk bepalen. Ik heb niet zoveel zetels gewonnen om president te worden. Al heb je 1000 zetels, als je geen president moet worden ga je dat niet worden. In ieder geval, ik zit rustig. Ik heb geen enkel probleem en ben neutraal.”
Brunswijk zei verder geen formele stukken gezien te hebben van de VHP met betrekking tot dit artikel over het profiel van een presidents- en vicepresidentskandidaat. “Ik volg niet alles”, is de reactie van de vp wanneer hem wordt gevraagd hoe hij tegenover het feit staat dat zijn coalitiepartner deze wet heeft ingediend.