De 59-jarige D.Y. is door medewerkers van de afdeling Vreemdelingendienst van het Korps Politie Suriname het land uitgezet, na het volledig uitzitten van zijn celstraf. De uitzetting vond eerder deze maand plaats. D.Y. werd op 6 augustus 2021 gearresteerd naar aanleiding van aangifte door een slachtoffer van mensenhandel in de vorm van dwangarbeid.
Het slachtoffer deed melding van mishandeling op het politiebureau te Meerzorg, waarna het onderzoek werd overgedragen aan de afdeling Trafficking In Persons (TIP). De verdachte is op 27 juli 2022 door de Kantonrechter in het Derde Kanton schuldig bevonden aan de artikelen 334 (Mensenhandel), 286 (Bijkomende straf), 381 (Verduistering) en 360 (Eenvoudige mishandeling). Hij werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie (3) jaar, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
Na het uitzitten van twee derde deel van zijn celstraf werd D.Y. voorlopig in vrijheid gesteld door de Commissie Voorwaardelijke Invrijheidstelling en Gratie, in afwachting van zijn uitzetting. Het slachtoffer in dit onderzoek werd in 2021 door de verdachte D.Y. overgehaald om zwaar materieel en andere apparatuur voor goudwinning vanuit China naar Suriname te brengen.
Volgens de afspraken zou het slachtoffer een partnerschap aangaan met de verdachte, die zich voordeed als een grote ondernemer in Suriname. Bij aankomst in Suriname bleek de situatie anders dan afgesproken tijdens de onderhandelingen.
Het slachtoffer trof geen goudwinningsbedrijf aan, maar een locatie in het achterland met een tent waarin hij de nachten moest doorbrengen. Het slachtoffer werd bedreigd en mishandeld toen hij aangaf zich terug te willen trekken en de apparatuur terug te nemen. Na overdracht van het onderzoek aan TIP werd de verdachte opgespoord, gearresteerd en na afstemming met het Openbaar Ministerie in verzekering gesteld.
Op last van de minister van Justitie en Politie is aan de voorwaardelijke invrijheidstelling van de mensenhandelverdachte D.Y. de voorwaarde gekoppeld dat hij gedurende een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de dag van zijn uitzetting, Suriname niet mag betreden.