De vakcentrales zijn niet te spreken over de wijze waarop de regering heeft gereageerd naar hun toe. Per 1 november is de gewijzigde Btw-wet ingegaan en met name paragraaf 4 wordt door de vakbeweging ervaren als een dolksteek in de rug van de samenleving. Deze paragraaf betreft de verhoging van de btw op brandstof, kookgas en nutsvoorzieningen. De schriftelijke reactie van de regering bevat enkele data en inhoudelijke onwaarheden waar de bonden zich niet in kunnen vinden.
ADVERTENTIE |
Robby Berenstein, voorzitter van C-47, geeft tijdens een persconferentie aan dat de regering formeel een degelijk antwoord tegemoet mag zien. Berenstein wijst erop dat de gevolgen al duidelijk zijn, omdat de brandstofprijzen al de lucht in zijn geschoten. In het schrijven van de regering wordt subtiel aangegeven, dat de evaluatiecommissie btw als schuldige wordt aangewezen omdat zij veel voorstellen beschikbaar heeft gesteld die tijd vergen om uit te voeren.
De vakbondsleider hekelt ook het feit dat de regering in de brief aangeeft dat de samenleving de verhoging van de btw op brandstof niet zal voelen. Dit is volgens de C-47-topman bezijden de waarheid, aangezien de olieprijzen constant stijgen. De vakcentrale zal haar leden aanstaande vrijdag informeren tijdens een assemblee van de arbeid, waarna de volgende stap van C-47 duidelijk zal worden.
Hendrik Jamaloodin van de Confederatie voor Organisaties van Landsdienaren (COL) zegt dat wie niet wil luisteren, moet voelen. Daarmee doelde hij op het gebrek aan geduld bij de achterban van de COL. De organisatie kondigde een vergadering aan voor vrijdag in het CLO-gebouw om 9 uur. Ook de veiligheids- en gezondheidsbonden zijn niet tevreden over de werkwijze van de regering.
De vakbondsleiders geven aan dat ondanks het advies vanuit het arbeidsveld om de wet nog aan te houden en de uitvoering aan te passen, de verhoogde btw per 1 november normaal is doorgevoerd, met gevolgen voor de prijzen die niet te overzien zullen zijn. Dat de regering is doorgegaan met de uitvoering van de wet wordt door de vakorganisaties gezien als een confrontatie vanuit de regering.