De Nationale Assemblee (DNA) wil af van het oneerlijk systeem van aanbestedingen waar er geen transparantie is en ondernemers niet altijd weten of ze juist zijn behandeld. De Aanbestedingswet moet dit tot het verleden doen behoren. Mahinder Jogi, voorzitter van de commissie van rapporteurs, gaf in de vergadering van dinsdag 21 november een uiteenzetting van de bedoeling van wet.
Hij zei dat de huidige aanbestedingskader in onvoldoende mate leidt tot uniformering van de aanbestedingspraktijk, de procedureregels voor aanbestedingen, de formulering en vorm van bestekken, de geschiktheidseisen en selectiecriteria per aanbesteder. Het doel van de wet is onder andere financiële hervorming van het beleid van de overheid, het bevorderen van concurrentie onder aanbieders en het krijgen van de beste aanbiedingen.
Volgens de Orde van Raadgevende Ingenieurs in Suriname (ORIS) biedt de huidige Aanbestedingswet nagenoeg complete zeggenschap van alleen overheid zonder een significante rol voor het bedrijfsleven en onafhankelijke derden. “Er is geen enkele vorm van inspraak, controle en bijdrage opgenomen vanuit het bedrijfsleven en derden waardoor onpartijdigheid en transparantie niet gewaarborgd zijn”.
Jogi merkte op dat functies bij opgerichte autoriteiten in de afgelopen dertig jaar ingevuld zijn op basis van politieke afspraken en geen deskundigheid en technische kwalificaties. Van de aanbestedingsautoriteit die publieke gelden op transparantie efficiënte wijze moet besteden, wordt het volgens hem noodzakelijk om voldoende checks and balances in te voeren in het bestuur en in de uitvoering.
De aanbestedingsautoriteit zal volgens Jogi de belangrijkste instelling zijn in het land belast met het plannen van aankopen, adverteren, houden van aanbestedingen, beoordelen van inschrijvingsdocumenten, onderhandelen met inschrijvers, gunnen, contracteren, voorraadbeheer, bemoeienis hebben met afgeschreven materiaal.
Over de benoeming van de directeur is door de ORIS voorgesteld dat de keuze gemaakt wordt uit een aantal kandidaten voorgedragen door de hele sector en niet alleen door de politiek. Hierbij moet kartelvorming voorkomen worden door het vaststellen van regels over hoelang iemand in functie mag blijven en hoeveel keren iemand directeur of RvC-lid kan worden.
Niesha Jhakry vroeg om verduidelijking over de relatie tussen de aanbestedingsautoriteit en ministeries. Ze suggereerde het instellen van een drempelbedrag voor ministeries bij aanbestedingen.
Radjendre Debie benadrukte de noodzaak van een eenduidige wet en had vragen over de introductie van nieuwe aanbestedingsmethoden. Hij maakte onder meer opmerkingen omtrent de definitie van “aanbesteder” en de taken van de aanbestedingsautoriteit.
Kishan Ramsukul sprak zijn bezorgdheid uit over de mogelijk stremmende werking van veel regels en vroeg hoe verantwoording zou worden afgelegd in het parlement. Hij mist specifieke functievereisten voor de directeur en meent dat de Anti-corruptiewet van toepassing zou moeten zijn op het personeel van de autoriteit.
Obed Kanape waarschuwde voor het creëren van een bureaucratisch en onwerkbaar systeem met de aanbestedingsautoriteit. Hij benadrukte dat het kanaal voor aanbestedingen niet stremmend mag werken voor parastatale bedrijven en districten en waarschuwde ook voor politiek gebruik van de autoriteit.