Gisteren trokken weinig mensen naar de binnenstad om de 48e staatkundige onafhankelijkheid van Suriname te vieren. In de binnenstad aan de Waterkant waren veel verkoopstandjes te zien. Op het Onafhankelijkheidsplein was er een groep volwassenen met enkele kinderen. De kinderen werden op de schouders gedragen, terwijl anderen naar de Waka Pasi liepen om te zien wat er gaande was.
Suriname Herald sprak met verkoopster Julia Kallendorf, die etenswaren en drankjes verkoopt aan de Waterkant. Volgens haar gaat het niet goed in het land. “Alles is zo duur geworden. Ik kom helemaal niet rond met wat ik verdien. Het geld is op voordat je het weet. Een SRD 2000 is nu bijna niets, je kunt er bijna niets meer mee kopen. Er moet een andere wind gaan waaien in ons land. Deze regering doet het helemaal niet goed,” vindt Kallendorf.
Voor Walter Roseval is 25 november een bijzondere dag, daarom kiest hij ervoor om op deze dag bijzondere plekken te bezoeken. Gisteren was dat ook het geval, hij koos ervoor om een kijkje te nemen bij het standbeeld van Kwakoe en legde ook een bloemetje. “Ik had ook bloemen gelegd op deze plek als jongeman en vertrok daarna naar Nederland,” gaf hij aan.
De reden waarom ik voor Kwakoe koos, is omdat ik de kunstenaar Klas zag knutselen met dit beeld en het werd in 1963 een standbeeld, zegt Walter Roseval. Vandaag de dag wordt Kwaku dagelijks genoemd. Hij trok daarna door naar de binnenstad. Roseval viel het op dat veel minder mensen in de binnenstad waren.
“De mensen hebben de afgelopen jaren veel meegemaakt en hebben daarom een keuze gemaakt of ze de 48e Staatkundige Onafhankelijkheid van ons land gaan vieren of niet. Het hangt af van verschillende factoren,” merkte hij op met een schaafijs in de hand.
Cynthia Munrou ziet 25 november als een onvergetelijke dag. “Onafhankelijkheid is zelfstandig zijn. Het lukt niet altijd als je zelfstandig gaat wonen, en dat zien we ook met ons land. Heel veel dingen zijn veranderd; het is niet meer als vroeger,” haalt Munrou aan.