Met het oog op klimaatfinanciering ‘Loss & Damage’ compensatie en het verhandelen van koolstofkredieten, gaat Suriname dit jaar vastberaden naar de onderhandelingstafel van de klimaatconferentie. De wereld staat immers aan de vooravond van wat ongetwijfeld de belangrijkste klimaatbijeenkomst van het jaar is, de 28e editie van het jaarlijks terugkerend ‘Conference of the Parties’, ook wel COP genoemd.
Minister Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordering en Milieu (ROM), onderstreept het belang van Suriname’s participatie aan de klimaatconferentie, voornamelijk om zijn stem te laten horen. Vooral gezien het land niet bijdraagt aan de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen die klimaatverandering veroorzaakt, maar juist hard wordt getroffen door de consequenties hiervan.
Volgens Dasai hebben de ontwikkelde landen, die de grootste vervuilers zijn, vaker beloofd dat ze financiële middelen beschikbaar zullen stellen voor kwetsbare landen. Echter merkt Suriname hier niets van, stelt de minister.
Koolstofkredieten
Met 92.6 procent bos, is Suriname het land met de hoogste procentuele bosbedekking. Het is ook een van de weinige landen met een carbon-negatieve status, wat betekent dat er meer koolstofdioxide wordt opgenomen dan er wordt afgestoten. Menigeen vraagt zich daarom af wanneer Suriname hieraan zal kunnen verdienen, of te wel, koolstof kredieten zal verkopen op de internationale markt.
Koolstofkredieten zijn een verhandelbaar mechanisme waarbij de geïndustrialiseerde landen, bedrijven of particulieren, kredieten kopen van entiteiten die de uitstoot van broeikasgassen verwijderen of verminderen. Hiermee kunnen de ‘grote vervuilers’ hun uitstoot van broeikasgassen compenseren. Een koolstofkrediet is gelijk aan een ton koolstofdioxide of de equivalent hoeveelheid van een ander broeikasgas.
Volgens minister Dasai is er vanuit Suriname een speciaal team samengesteld. Dit team zal tijdens de COP-onderhandeling moeten afdwingen dat Suriname onder artikel 6 van het akkoord van Parijs, karbon kredieten kan verhandelen. Paragraaf 6.2 van dit artikel biedt de mogelijkheid voor het verhandelen van internationaal overdraagbare mitigatieresultaten (ITMO’s) tussen landen en bedrijven uit de particuliere sector, door middel van bilaterale overeenkomsten.
Van REDD+ units naar ITMO’s
Suriname maakt sinds 2012 deel uit van het REDD+ programma van de Verenigde Naties. REDD staat voor ‘Reducing Emissions from Deforestation and forest Degradation’; De ‘+’ staat voor de rol van het duurzaam beheer van bossen en verbetering van de koolstofvoorraden in bossen. Het raamwerk heeft als doel klimaatverandering te beteugelen door middel van het tegengaan van ontbossing. In het kader van dit raamwerk kunnen ontwikkelingslanden betalingen ontvangen voor hun emissiereducties wanneer zij actief ontbossing tegengaan.
Volgens gegevens van de REDD+ website heeft Suriname in 2021 ongeveer 4.8 miljoen ton kooldioxide-equivalent REDD+ results geregistreerd. Milieuminister Dasai legt uit dat deze Redd+-resultaten op grond van artikel 6.2 van het akkoord van Parijs na validatie en accreditatie kunnen worden omgezet in ITMO’s, die daarna verhandeld kunnen worden.
De milieu-bewindsman zegt dat momenteel de laatste hand gelegd wordt aan het voorbereiden om toe te treden tot de koolstof-kredietmarkt. Het proces loopt al, echter moeten er volgens de minister nog enkele zaken afgerond worden alvorens Suriname kan overgaan tot de verkoop van zijn koolstofkredieten. Zo moet nog een nationale REDD+ registry worden opgezet die moet zorgen voor milieu-integriteit, transparantie en efficiëntie gedurende het hele traject.
Dit artikel is tot stand gekomen middels een samenwerking tussen Climate Tracker’s COP28 Climate Justice Journalism Fellowship & Suriname Herald.