Ondanks dat de regering heeft aangekondigd SRD 1000 extra toe te kennen voor koopkrachtversterking en enkele andere maatregelen om de samenleving tegemoet te komen, is er vanuit De Nationale Assemblee (DNA) nog veel kritiek op het sociaal beleid van de regering. Remi Kanape (BEP) zei dat hij vreest dat de middelen niet bij de beoogde doelgroepen in het binnenland terechtkomen.
“Tot nu toe vindt de registratie alleen op Stoelmanseiland plaats. Waarom kan de overheid geen deskundigen sturen om de registratie op meerdere locaties uit te voeren? Het reizen naar Stoelmanseiland brengt aanzienlijke transportkosten met zich mee. In negen van de tien gevallen is de koopkrachtversterking zelfs niet voldoende om de transportkosten te dekken,” stelde hij.
President Chan Santokhi verklaarde dinsdag dat er is geconstateerd dat bij de registratie andere rekeningnummers worden ingevuld en dat er bewijs is dat koopkrachtversterking op rekeningnummers van bedrijven wordt gestort.
Ivanildo Plein (NPS) wilde weten wat de regering hiermee zal doen. Hij merkte ook op dat er veel geld wordt besteed aan armoedebestrijding, maar dat het niet bij de bevolking terechtkomt.
“Zodra de regering geld geeft in de vorm van koopkrachtversterking, gaan de prijzen in de winkels omhoog. Het lijkt alsof de regering in wedijver is met de prijzen in de winkels. Op dit moment is er een spanningsveld tussen het sociaal beleid en het prijzenbeleid,” stelde Plein, die ook aangaf dat de ministeries van Economische Zaken en Sozavo doorgelicht moeten worden.
“Een volk verarmen en vervolgens een lepeltje verzuurde pap geven is een zonde die flink afgestraft moet worden”, zei Taschana Lösche (NDP). Volgens haar is het verhaal van de president over het overmaken van koopkrachtversterking naar rekeningnummers van bedrijven ongeloofwaardig.
Ze is van mening dat de regering de koopkracht niet kan betalen en zelf scenario’s bedenkt. Ze gelooft ook niet dat er iets zal komen van het onderzoek hierover en verwijst naar eerdere onderzoeken die in de doofpot zijn gestopt.
Patricia Etnel (NPS) plaatste vraagtekens bij het onderzoek dat heeft vastgesteld dat 18 procent van de samenleving onder de armoedegrens leeft, omdat een soortgelijk onderzoek in 2019 hetzelfde resultaat had opgeleverd.
Iona Edwards (NDP) zei dat de antwoorden van de president op de vragen niet hoopgevend zijn en dat de president niets nieuws zegt. Ze merkte op dat de realiteit anders is. “Ziet de president en consorten alleen de groei? want anders zouden er geen straatacties zijn,” stelde ze.
Evert Karto (ABOP/PL) wilde weten wat het sociaal programma eigenlijk is, omdat er eerst gesproken werd over koopkrachtversterking, maar nu medische voorzieningen, basisgoederen en woningbouw als onderdeel van het sociaal programma worden gezien.
Patrick Kensenhuis (NDP) zei dat de extra koopkrachtversterking en het optrekken van de belastingvrije grens helaas niet toereikend zijn. “Er heerst een groot sociaal-maatschappelijke onrust in ons land, en het is begrijpelijk als de samenleving steeds wordt geconfronteerd met verhoogde prijzen. De president had gezegd dat de breedste schouders de zwaarste lasten zouden dragen. Hiervan is niets te merken. De loontrekkers blijven de lasten dragen. 70 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens, in tegenstelling tot de aangegeven 18 procent,” zei Kensenhuis en vroeg naar een vernieuwd sociaal programma.