Er is op de eerste dag van de 28ste Klimaatconferentie in Dubai een doorbraak geboekt met de goedkeuring van een nieuw herstelfonds. De Verenigde Arabische Emiraten, gastheer van de conferentie dit jaar, en Duitsland hebben elk een toezegging gedaan van US$ 100 miljoen. De Verenigde Staten zullen US$ 17,5 miljoen bijdragen en Japan US$ 10 miljoen.
Dit geld zal beschikbaar worden gesteld voor het historische “Loss en Damage Fonds”, waarover tijdens de vorige Klimaatconferentie in Egypte overeenstemming werd bereikt.
Het doel van het fonds is om ondersteuning te bieden aan ontwikkelingslanden die bijzonder kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering, zowel op het gebied van economische als niet-economische verliezen en schade als gevolg van de destructieve gevolgen van klimaatverandering.
Ivette Patterzon, onderdirecteur Klimaatverandering bij het ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu en technisch onderhandelaar bij COP voor Suriname, spreekt van een historisch moment voor de kleine eiland- en ontwikkelingslanden (SIDS), inclusief Suriname.
Zij geeft aan dat na een lange onderhandelingen over schade en verliezen binnen het Santiago Netwerk, het fonds dat in Egypte werd ingesteld, nu wordt voorzien van financiering door enkele ontwikkelde landen. Dit geeft volgens haar aan dat ook ontwikkelde landen beseffen hoe belangrijk het fonds is voor SIDS.
“Het Loss en Damage Fonds is belangrijk voor Suriname omdat de effecten van klimaatverandering soms zodanige schade toebrengen die niet meer te herstellen is (onherstelbare effecten) en dat het minste dat gedaan kan worden is de getroffenen te vergoeden voor de geleden schade en verliezen. De toezeggingen die zijn gedaan zijn een begin, maar wij kijken uit naar meer toezeggingen vanuit de ontwikkelde landen,” vervolgt zij.
Patterzon benadrukt tot slot het belang van de institutionele opzet en dat de vereisten voor het in aanmerking komen van de fondsen flexibel, eenvoudig maar bovenal transparant moeten zijn. Dit zal de komende periode in de onderhandelingen dus veel aandacht krijgen vanuit de SIDS, aldus Patterzon.