Niet alle leerlingen hebben toegang gekregen tot hun eerste kwartaalrapport, aangezien niet alle scholen erin zijn geslaagd deze uit te delen. Minister Henry Ori van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC), maakte dit bekend voorafgaand aan de vergadering van de Raad van Ministers (RvM). Door stakingsdagen van het afgelopen jaar en andere gebeurtenissen zijn repetities in het gedrang gekomen.
De departementsleiding heeft instructies gegeven dat alle rapporten in januari of uiterlijk de eerste week van februari alsnog moeten worden verstrekt. Dit stelt het ministerie in staat om een beeld te krijgen van het verloop van het eerste kwartaal. Hoewel het ministerie hoort dat het redelijk goed is verlopen, kan het dit nog niet volledig beoordelen.
Het eerste kwartaal bracht enkele zorgwekkende kwesties met zich mee, waarbij plaatsing een uitdaging was met een lijst van ruim 600 Ă 700 personen die op scholen moesten worden geplaatst. Volgens de minister is dit aantal nu teruggebracht naar nul. In het lager onderwijs zijn er nog minder dan honderd leerlingen op een wensenlijstje die geplaatst moeten worden.
Het ministerie werkt samen met schoolleiders om dit in de komende week op te lossen. Er zijn echter nog beperkingen in Paramaribo-Zuid met betrekking tot het plaatsen van leerlingen en een meubilair probleem.
Binnenland zorgenkindje
Vooral in het binnenland blijven er zorgen. Op de school in Drietabbetje worden 59 leerlingen aangetroffen, met een leerachterstand van een kwartaal. Het ministerie werkt intensief samen met de beheerder van de school, die momenteel gesloten is vanwege een betalingsachterstand die moet worden opgelost voordat de school heropend kan worden.
Het binnenland ondervindt verschillende problemen, en na de kerstperiode probeert het ministerie leerkrachten weer naar de verschillende gebieden te sturen. Minister Ori heeft persoonlijk het zuiden van Suriname bezocht om de situatie met betrekking tot scholen en leerkrachten te beoordelen. Er zullen twee nieuwe scholen worden gebouwd in het zuiden en gesprekken worden gevoerd met dorpshoofden.