“We kunnen geen ijzer met handen breken.” Zo reageert vicepresident (vp) Ronnie Brunswijk op vragen van de pers waarom er voor het dienstjaar 2024 flink is gesnoeid in begrotingen van ministeries. Tijdens de begrotingsbehandeling in De Nationale Assemblee (DNA) hebben parlementariërs de bezuinigingen bij enkele ministeries aangekaart. Het gaat vooral om departementen die onder het beheer van de ABOP/PL vallen.
Volgens Brunswijk is het niet nodig om projecten, die niet uitgevoerd zullen worden, in de begroting op te nemen. “Als de minister van Financiën en Planning zegt dat er geen geld is, waarom ga je het dan opnemen in je begroting?” In het verleden heeft Brunswijk op diverse podia aangegeven, dat er weinig middelen worden vrijgemaakt voor ministers van de geelzwarte partij om werkzaamheden te verrichten.
De vicepresident meent dat de regering in de laatste regeerperiode tastbare resultaten moet leveren. Over grote projecten zoals de bouw van een nieuw hoofdbureau voor de politie en de brug over de Corantijnrivier is de vicepresident kort: “Als het meer ontwikkeling voor het land brengt, is het welkom.”
In de afgelopen drie jaar heeft president Chan Santokhi verschillende commissies ingesteld om projecten op ministeries te trekken. Deze commissies vallen rechtstreeks onder het staatshoofd. Brunswijk zegt niet aan de bevoegdheid van de president te komen, aangezien die bij Staatsbesluit commissies mag aanstellen. Echter is het volgens de vp duidelijk dat er middelen voor de commissies worden vrijgemaakt om projecten uit te voeren.
Een van de projecten is het Landelijk Woningbouwprogramma. “Als het geld via de commissies wordt vrijgemaakt, dan ben ik blij”, geeft Brunswijk aan. Hij meent dat er geen sprake is van een brevet van onvermogen voor wat betreft de ministeries. “Uiteindelijk zal de uitvoering toch plaats moeten vinden via het desbetreffende ministerie.”