Tijdens een persconferentie die gisteren plaatsvond, deelde minister Krishna Mathoera mee dat het aantal vertrekkende medewerkers van het ministerie van Defensie 248 bedraagt. Deze uitstroom baart de bewindsvrouw grote zorgen, gezien het feit dat er tot nu toe slechts negen nieuwe medewerkers zijn aangetrokken, afkomstig van andere ministeries.
Dit aantal staat in schril contrast met de omvang van de groep die het ministerie heeft verlaten. Deze cijfers betreffen het jaar 2023; er wordt nog geëvalueerd wat het totale aantal zal zijn aan het einde van 2024. Het ministerie heeft de afgelopen jaren jaarverslagen opgesteld en uit de verzamelde gegevens blijkt dat 2023 het slechtste jaar was voor het ministerie wat betreft de uitstroom van medewerkers.
Dit baart het ministerie grote zorgen. Volgens Mathoera is een van de belangrijkste redenen voor het vertrek van het personeel het salaris. Dit vormt een van de belangrijkste aspecten die druk uitoefenen op het ministerie.
Er zijn verschillende opties overwogen om het personeel beter te motiveren. De minister geeft aan dat er meer communicatiemogelijkheden beschikbaar zijn gesteld voor het personeel, dat er steun- en begrafenisfondsen zijn opgericht, en dat het personeel in het buitenland trainingen kan volgen ter verbetering van hun positie in het leger.
Ook worden de achterstallige bevorderingen steeds ingehaald om het personeel te blijven motiveren. De minister geeft ook aan dat vooral manschappen vertrekken naar DNV of de politie en andere beveiligingsorganisaties vanwege de toelagen en het salaris.
De noodzaak is groot, daarom is het ministerie vorig jaar begonnen met het werven van manschappen, maar tot nu toe lijkt dit geen succes te zijn. Mathoera benadrukt dat er naar opties gekeken moet worden om toch personen te motiveren om in dienst te treden van het ministerie.
Deze trend mag zich niet verder voortzetten, benadrukt de bewindsvrouw. Wat zij ook heeft opgemerkt is dat er een zekere onstabiliteit is ontstaan in de loonverhoudingen, en dit moet aangepakt worden. We zitten allemaal in een bepaalde situatie in het land, “wij voelen het allemaal”, “maar laten we rekening houden met elkaar”, benadrukt Mathoera.