Tijdens de recente behandeling van de wijziging van de Wet Minimumloon in De Nationale Assemblee heeft Radjendre Debie (VHP) zich gericht op de recente verhoging van het minimumloon en de bredere economische implicaties daarvan. Debie begon zijn toespraak met een terugblik op de recente ontwikkelingen rond het minimumloon in Suriname.
Hij benadrukte dat het minimumloon voorheen voor twee jaar werd vastgesteld, maar dat recente economische druk en inflatie hebben geleid tot een verhoogde urgentie om het minimumloon aan te passen. Het minimumuurloon in 2019 was SRD 8,40 en gold tot ultimo 2020. Hierna werd pas per 1 juni 2022 een nieuw minimumuurloon vastgesteld op SRD 20 per uur.
Debie zei dat dit minimumuurloon zou gelden tot medio 2023, maar dat door de economische situatie waarbij de marktconforme koers van de US$ reeds was opgeschoven naar gemiddeld SRD 21 voor een US$ de druk groter werd vanwege de inflatie om het minimumuurloon in overleg met de vakbeweging verder aan te passen.
Het algemeen minimumuurloon werd per 1 juli 2023 vastgesteld op SRD 35 per uur, wat gefaseerd zou worden uitgevoerd over de periode van 1 maart 2023 tot 31 december 2023. Debie merkte op dat we nu twee maanden verder zijn in 2024 en dat er nog geen algemeen minimumuurloon is vastgesteld voor het jaar 2024 zoals de wet voorschrijft. Het huidige minimumuurloon is gesteld op SRD 49,12.
“Dus een verhoging van SRD 14,12 per uur ten opzichte van 2023. Op een 8-urige werkdag zou deze aanpassing al een verhoging van SRD 112,96 per dag betekenen ten opzichte van het jaar 2023, oftewel een minimum dagloon nu op basis van een 8-urige werkdag van SRD 392,96”, stelde Debie.
Hij wilde weten waarom de Nationale Loonraad een minimumuurloon heeft vastgesteld op SRD 49,12 en wat de betekenis is van de 12 centen. “Waarom niet afgerond naar beneden SRD 49 of naar boven SRD 50 per uur? Omdat in de praktijk die 12 centen bij dagloners of weekloners er niet zullen zijn maar administratief ook moeilijk te verwerken zal zijn voor de bedrijven”, merkte Debie op.
Daarnaast wilde hij weten of het voorstel door het bedrijfsleven wordt ondersteund, omdat hoewel het bedrijfsleven in de Nationale Loonraad is vertegenwoordigd, er bij de vorige vaststelling van het minimumuurloon van SRD 35 per uur vele protesten waren van bedrijvenverenigingen waardoor de uitvoering van het minimumuurloon in 2023 vertraagd heeft plaatsgevonden en nota bene ook gefaseerd.
Met een focus op economische stabiliteit en groei benadrukte Debie dat de recente verhogingen van het minimumloon, met een stijging van ruim SRD 112 per dag ten opzichte van het voorgaande jaar, waarschijnlijk zouden worden doorberekend in de prijzen van goederen en diensten. Deze verhogingen zouden kunnen leiden tot algemene prijsstijgingen, maar Debie wees ook op positieve ontwikkelingen die bijdragen aan de economische stabiliteit van het land.
Hij sprak over een stabiliserende wisselkoers, met de US$ rond SRD 35, die naar verwachting een positieve invloed zal hebben op de lonen en deze waardevast zal houden. Verder benoemde hij een significante daling van de inflatie, van 60,8 procent in 2020 tot 32,8 procent, zoals gerapporteerd door het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS), wat wijst op een verbeterende economische situatie.
De toename van de monetaire reserve tot US$ 1 miljard, gelijk aan zes maanden import, werd genoemd als een solide basis voor economische stabiliteit en groei. Ook wees Debie op het succesvol terugdringen van het begrotingstekort van 18,7 procent tot 4 procent, wat de waardevastheid van de prijzen en lonen ten goede zal komen. Debie concludeerde dat deze ontwikkelingen hoopvol zijn en dat Suriname op de goede weg is naar economische stabiliteit.