Tijdens de behandeling van de wijziging van de Milieu Raamwet in De Nationale Assemblee (DNA) heeft VHP-parlementariër Radjendre Debie aandacht gevraagd voor een breed scala aan kwesties met betrekking tot milieuwetgeving en duurzame ontwikkeling in Suriname. Hij richtte zich in zijn betoog op de noodzaak van handhaving van bestaande milieuwetten, de groeiende relevantie van de blauwe economie en de uitdagingen waarmee het land wordt geconfronteerd als gevolg van milieuvervuiling en klimaatverandering.
Debie benadrukte in zijn betoog dat ondanks de aanwezigheid van meer dan 50 wetten die gericht zijn op milieubescherming, er nog steeds een aanzienlijk gebrek is aan effectieve handhaving. Hij drong er bij het ministerie van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) erop aan om een diepgaande analyse uit te voeren van de bestaande wetgeving om te bepalen of deze nog steeds relevant en adequaat is.
Ook vroeg hij om een onderzoek naar de oorzaken van het falen van de handhaving van milieuwetten, een cruciaal aspect om de milieuproblematiek in het land aan te pakken. Een ander belangrijk punt dat Debie naar voren bracht, was de opkomst van de blauwe economie en de noodzaak om deze te beschermen naast de groene economie.
Hij citeerde de Wereldbank en benadrukte de enorme waarde van oceanen en zeeën voor zowel de mondiale economie als het milieu. Hij stelde dat de bescherming van waterbronnen en mariene ecosystemen net zo belangrijk moet zijn als de reeds bestaande inspanningen om de groene economie te bevorderen. “We hebben het steeds over de ‘green economy’, maar laten we ook kijken naar de ‘blue economy'”, aldus Debie.
Daarnaast uitte de parlementariër zijn bezorgdheid over de uitgifte van vergunningen voor activiteiten die schadelijk zijn voor het milieu, zoals goudwinning en houtkap. Hij wees op de verwoestende effecten van deze praktijken op het milieu en benadrukte de noodzaak van strengere regelgeving en handhaving om verdere schade te voorkomen.
“Vergunningen worden in dit land verstrekt door een aantal instanties”, verklaarde Debie, waarbij hij specifiek verwees naar de rol van districtscommissarissen bij het verlenen van vergunningen voor goudverwerkingsbedrijven, met name in en rondom Paramaribo.
Ten slotte bracht Debie twijfel naar voren over de vraag of de Milieu Raamwet op zichzelf voldoende is om de milieuproblemen aan te pakken. Hij vroeg zich af of aanvullend beleid nodig is om de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling te bereiken. “Is de Milieuraamwet het enige dat u nodig hebt om te bereiken wat u beoogt, of kunt u ook door beleid los te laten nu zonder die Milieuraamwet, een aantal dingen voorkomen of verergeren?” vroeg Debie aan de regering.