President Chan Santokhi heeft nog geen tijd gehad om de petitie van econoom John Goedschalk van Climate Change Advisory Services te bestuderen. Deze reactie is naar aanleiding van vragen van journalisten over de petitie die Goedschalk heeft ingediend bij het Kabinet van de President om 560.000 hectare landbouwgrond in cultuur te brengen.
De milieuactivist had online ruim 14.500 handtekeningen verzameld om de regering ervan te weerhouden 560.000 hectare landbouwgrond in cultuur te brengen, met als argument dat hierdoor de status van het groenste land ter wereld in gevaar zou komen. Het staatshoofd gaf aan dat hij niet op de hoogte is van de exacte locatie van de genoemde gronden en aan wie ze zijn toegewezen.
Hij benadrukte echter dat toewijzingen die in strijd zijn met de wet en adviezen van districtscommissarissen zullen worden ingetrokken door de betrokken ministeries. De president vroeg zich ook af of het gaat om gronden die toebehoren aan tribale volkeren, en benadrukte dat dit conform de Wet op Grondenrechten zorgvuldig moet worden onderzocht.
Hoewel de Wet op Grondenrechten van inheemsen en tribale volkeren nog niet is aangenomen door De Nationale Assemblee, erkende de president dat het vraagstuk rond grondenrechten nog steeds niet volledig is geregeld bij wet. Onlangs hebben inheemsen en tribale volkeren de staat voor de rechter gedaagd vanwege het uitblijven van actie om de wet aan te nemen.
Santokhi benadrukte dat Suriname het enige land in de regio van Latijns-Amerika is dat de rechten van inheemsen en tribale volkeren nog niet erkent. President Santokhi belooft dat er grondig onderzoek zal worden gedaan naar zowel nieuw uitgegeven gronden als oude gronden. Hij verzekerde dat hij persoonlijk zal kijken naar de petitie en dat alle ministeries die betrokken zijn bij grondzaken bij deze zaak zullen worden betrokken.
De regering heeft sinds februari besloten om het project met de Mennonieten in te trekken, ondanks dat het pilotproject was goedgekeurd. Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) heeft de opdracht gekregen om het project in te trekken.