Maurice Roemer, governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), zegt dat de wisselkoersen en de valutamarkt redelijk stabiel zijn. Hij gaf deze verklaring onlangs tijdens een persconferentie van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) op het ministerie van Financiën en Planning. Roemer benadrukte dat, hoewel er gesproken wordt over stabiliteit, kleine bewegingen nog steeds normaal zijn. “We moeten als samenleving de ontwikkelingen in en rond Suriname goed begrijpen,” voegde hij eraan toe.
De afgelopen weken is er duidelijk een dalende en vervolgens weer een stijgende trend van de wisselkoers te merken. Mede door het IMF-programma heeft Suriname het resultaat van een dalende koers kunnen bereiken, verklaarde de CBvS-governor. De genomen maatregelen zijn bij lange na niet voldoende; we moeten streven naar een veel lagere inflatie. De regering hoopt de inflatie aan het eind van dit jaar onder de 20 procent te krijgen.
De koopkracht van de consument zal verbeteren zodra de inflatie blijft dalen. Het IMF-programma wordt in goede samenwerking met de CBvS en het ministerie van Financiën en Planning uitgevoerd. Dit omvat zowel de inkomsten als de uitgaven.
Volgens Roemer moeten de diverse instituten die het economische en fiscale beleid uitvoeren nog meer versterkt worden. Het gaat niet alleen om het financiële beleid dat goed uitgevoerd moet worden, benadrukt Roemer. De Openmarkt Operaties (OMO) gaan door, zoals ook opgenomen in het programma van het IMF.
De regering moet blijven werken aan macro-economische stabiliteit. Er moeten nog meer voorwaarden worden gecreëerd voor reële groei in de samenleving. De afgelopen jaren heeft de regering diverse maatregelen moeten treffen om de economie gezonder te maken. De grootste uitgaven, zoals het betalen van subsidies, moesten drastisch verminderd worden. Tot op heden betaalt de regering per maand SRD 440 miljoen aan subsidie aan de Energiebedrijven Suriname (EBS).
Ondanks de energietarieven eerst met 40 procent verhoogd zouden worden, zullen de energietarieven dit jaar nog twee keer met 7 procent verhoogd worden. Ook het saneren van het ambtenarenapparaat was een verplichte eis die de regering moest nakomen van het IMF.