In het kader van het Erasmus+ programma, gefinancierd door de Europese Unie, hebben het Nationaal Archief Suriname (NAS), de Anton de Kom Universiteit van Suriname (AdeKUS), en de Universiteit Leiden in Nederland een samenwerkingstraject opgezet voor de komende drie jaar. Dit initiatief komt op een moment waarin er wereldwijd steeds meer aandacht is voor de erfenis van het kolonialisme, en archieven een cruciale rol spelen bij het begrijpen en herinterpreteren van de geschiedenis en cultureel erfgoed.
Recent vonden er enkele bijeenkomsten en werksessies plaats in zowel Leiden als Suriname, onder leiding van de nationale archivaris van Suriname, Rita Tjien Fooh, en dr. Karwan Fatah Black van de Universiteit Leiden. Deze bijeenkomsten waren gericht op kennisuitwisseling en het bevorderen van dekoloniale benaderingen van historische archieven.
De samenwerking begon met een bezoek van Tjien Fooh aan de Universiteit van Leiden van 10 tot 12 april, waar zij samen met Fatah Black een college gaf over de omgang met koloniale archieven. Dit leidde tot de beslissing om soortgelijke sessies in Suriname te organiseren, met als doel de medewerkers van het NAS te helpen de koloniale archieven vanuit een dekoloniaal perspectief te benaderen en te presenteren.
Op 5 en 7 juni verzorgde dr. Fatah Black interactieve werksessies bij het NAS in Suriname. Deze sessies richtten zich op het verrichten van onderzoek in archiefbronnen met een dekoloniaal perspectief. Het hoofddoel was om de deelnemers bewust te maken van de interpretatie van archieven en hen aan te moedigen nieuwe benaderingen te gebruiken bij het vertellen van historische verhalen.
De werksessies benadrukten het belang van het herinterpreteren van geschiedenis en het bieden van ruimte voor reflectie op het kolonialisme en de gevolgen daarvan, zowel in papieren archieven als in cultureel erfgoed. De deelnemers, waaronder medewerkers van het NAS en geschiedenisstudenten van ADEKUS, werden aangemoedigd om nieuwe narratieven te ontwikkelen met multidirectionale perspectieven.
Deze sessies dienden als introductie voor een driejarig traject dat zal worden voortgezet door andere academici, waaronder dr. Peter Meel en dr. Karin Amatmoekrim. In de toekomst zullen de sessies steeds praktischer worden, met een nadruk op publieksgeschiedenis en het ontsluiten van archieven.
Dr. Fatah Black beschouwde de introductiesessies als succesvol vanwege de actieve deelname en de mogelijkheid voor deelnemers om te reflecteren op verschillende benaderingen van geschiedschrijving. Hij benadrukte dat dit slechts het begin was van een inspirerende samenwerking en dat het leerzaam was om de praktijk in Suriname te vergelijken met die in Nederland.