Ronny Asabina, fractieleider van de BEP, heeft in De Nationale Assemblee (DNA) zijn bezorgdheid geuit over de recente introductie van een onderwijsproject door het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC). Het project heeft tot doel om leerlingen op basisscholen en het voortgezet onderwijs in staat te stellen hun cijfers te verbeteren en alsnog over te gaan naar het volgende leerjaar.
Asabina stelde dat dit project vrijwel geheel het binnenland uitsluit, met uitzondering van Brokopondo. “Voor de zoveelste keer moeten we aanhoren dat het binnenland hermetisch is uitgesloten, behalve Brokopondo,” benadrukte Asabina.
Hij wees erop dat hoewel Brokopondo enkele scholen omvat, slechts twee van de zeventien basisscholen in het district zijn geselecteerd voor deelname. Hij vindt dit discriminatie en uitsluiting van grote delen van het land. Hij noemde dit beleid ‘barbaars’ en riep op tot een heroverweging van deze beslissing.
Asabina stelde verder dat het binnenland vaak wordt genegeerd bij belangrijke besluiten, zoals het niet opnemen van inflatiecijfers, omdat producten daar te duur zouden zijn. Hij benadrukte ook dat veel drop-outs juist in het achterland voorkomen en dat daar meer aandacht nodig is.
“Waar je woont moet jouw trots zijn. Het kan nooit jouw lot zijn. Het onderwijsklimaat moet inspirerend en gezond zijn voor iedereen”, benadrukte Asabina. Hij deed een dringend beroep op de regering om deze beslissing te heroverwegen en recht te doen aan alle burgers van Suriname, ongeacht waar zij wonen.