Het is een politiek besluit geweest op het hoogste niveau om toe te zeggen dat wij als land deze vredesmissie zullen uitvoeren. Dit gaf minister Krishna Mathoera van Defensie aan voor aanvang van de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers. De reden is dat Haïti een Caricom-land is zoals Suriname, en de tweede reden is dat wij in tijden van crisis elkaar moeten ondersteunen, ook als we moeten letten op de humanitaire aspecten die aan dit vraagstuk zijn gekoppeld, verklaarde minister Mathoera.
Manschappen die naar Haïti zullen vertrekken komen van het Korps Politie Suriname (KPS) en van het Nationaal Leger (NL). Het gaat om 26 militairen en 24 politieagenten die zullen worden afgevaardigd. Iedere keer zal er een groep van 100 man worden getraind en 50 zullen afreizen naar het gebied. Het land Kenia heeft al militairen gestuurd naar het eiland en Suriname zal hierna volgen.
Het is de bedoeling dat de Surinaamse manschappen eind december of begin januari zullen afreizen naar Haïti, nadat zij hun training hebben afgerond. Er is een projectteam samengesteld van personen van de ministeries van Defensie, Binnenlandse Zaken (Biza) en Justitie en Politie (Juspol).
Dit team is belast met de voorbereidingen die moeten worden getroffen voordat het voltallige team vertrekt naar het betwiste gebied. De selectie, training, verzekering en het voorbereiden van de familie zullen allemaal vallen onder het projectteam dat is samengesteld. Ook de internationale trainingen vanuit Canada zullen worden gecoördineerd door het team.
Voor nu zal deze structuur behouden blijven omdat deze geen deel uitmaakt van de reguliere organisatie van het leger, geeft de minister aan.
De afgelopen periode zijn er een aantal personen gestuurd om Verenigde Naties (VN) vredestrainingen te volgen. Het is de bedoeling dat wij op termijn wel zullen participeren aan vredesmissies. Voor nu wordt deze missie als een project opgepakt, benadrukt minister Mathoera.
De kosten zullen voor een groot deel worden betaald door internationale organisaties. Volgens minister Mathoera probeert Suriname de vliegtickets en trainingen ook gefinancierd te krijgen door het buitenland. Suriname zal proberen de nationale kosten zelf te dekken bij de voorbereidingen die getroffen moeten worden, en er zal ook gezorgd worden voor handgeld voor de manschappen, besluit de minister.
Er zijn risico’s aan dit werk gebonden, dat is ook meegedeeld aan de manschappen die de trainingen volgen. De focus is om zo veilig mogelijk te werken en vandaar dat de voorbereidingen fysiek en mentaal van toepassing zijn, ook voor de gezinnen die zij moeten achterlaten.