Het grootste probleem op het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (minOWC) is het capaciteitstekort waarmee het ministerie moet dealen; dit is ook een probleem bij andere ministeries. Dit gaf minister Henry Ori aan voor aanvang van de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers (RvM).
Het ontbreken van financiële middelen maakt het helemaal niet gemakkelijk om zaken op orde te stellen, verklaarde de minister. Hij is benieuwd naar de eindresultaten van de leerlingen op elk niveau. De examens van het mulo en het lbo zijn afgelopen week afgerond.
Volgens minister Ori hoort hij positieve reacties uit het veld over de examens. Bij een of meerdere vakken zijn er incidenten geconstateerd. Volgens de bewindsman gebeurt dit elk jaar, en dit jaar is het geconstateerd bij het vak Nederlands, onderdeel tekst.
Er worden nu twee meetinstrumenten voorbereid, zoals eerder in de media is doorgegeven, waarbij aandacht besteed zal worden aan de aandachtsscholen om de achterstanden aan te pakken. In een bepaalde wijk zal er een school aangewezen worden waar leerkrachten en leerlingen bij elkaar komen om de achterstanden weg te werken.
De leerkrachten moeten de kinderen in kaart brengen om te bepalen wie allemaal in aanmerking komen voor de aandachtsscholen. Er zal naar de rapportcijfers gekeken worden en de leerlingen zullen verder geobserveerd worden.
Het ministerie kijkt uit naar de komende periode van augustus en september, waarin de extra lessen ingezet zullen worden. De directeur Algemeen Vormend Onderwijs is continu bezig zaken op orde te stellen voor een goede start van dit project.
Pas over enkele weken kan de minister meer informatie delen met betrekking tot de planning van dit systeem dat is ingebouwd om het kind te helpen. “Het kind moet altijd centraal staan,” stelt de onderwijstopman.