Bij de behandeling van drie naturalisatiewetten, waarmee 220 personen de Surinaamse nationaliteit zullen verkrijgen hebben diverse assembleeleden de regering gevraagd om duidelijkheid te geven over het bevolkingsbeleid. Het is niet de eerste keer dat in De Nationale Assemblee (DNA) deze vraag wordt gesteld. Zowel de oppositie als de coalitie is het eens dat de naturalisatie van vreemdelingen gestoeld zou moeten zijn op het bevolkingsbeleid van de regering.
Soewarto Moestadja (NDP) merkte op dat opeenvolgende regeringen sinds 1996 geen serieuze poging hebben gedaan om een concreet bevolkingsbeleid te formuleren. “Regeringen vanaf 1996 hebben geen serieuze poging gedaan om bevolkingsbeleid te verwerken naar een nota die kan leiden tot een concreet beleid. Ik vraag me af of het deze regering zal lukken om hieraan te werken”, zei Moestadja.
Hij benadrukte de noodzaak van een beleid dat de diversiteit in Suriname weerspiegelt. “We zijn multi-etnisch, cultureel, religieus en meertalig. Voor een dergelijke diversiteit is een bepaald type bestuur nodig, geen etnisch maar nationaal leiderschap”, stelde Moestadja. Hij waarschuwde dat etnische diversiteit ook disfuncties kan hebben, zoals sociale uitsluiting en ondermijning van het vertrouwen in de politiek.
Evert Karto (ABOP/PL) voegde toe dat etnische diversiteit meer uitdagingen zal brengen voor Suriname. “Is de regering daarop voorbereid? Hoeveel mensen zijn de afgelopen tien jaar genaturaliseerd en wat is hun bijdrage aan de economische groei?” vroeg Karto. Hij drong verder aan op decentralisatie van de vreemdelingendiensten om het naturalisatieproces te vergemakkelijken.
Ebu Jones (NDP) pleitte voor een duidelijke bevolkingspolitiek en migratiebeleid. “Elke keer als we naturalisatiewetten behandelen, stellen we dezelfde vragen. Maar deze regering heeft geen beleid, anders was het aan ons getoond. In de vier jaren zien we steeds weer beleidloze besturing van het land.
Hoe kunnen we het land tot ontwikkeling brengen als er geen beleid is op human capital?” zei Jones. Hij stelde voor om initiatiefwetten in te dienen, maar merkte op dat hij zijn energie niet wil verspillen hieraan omdat dergelijke wetten van de oppositie stelselmatig niet worden behandeld door de coalitie.
Reshma Mangre (VHP) benadrukte het belang van diversiteit in Suriname en erkende de bijdrage van nieuwkomers. “Diversiteit speelt een belangrijke rol in Suriname. We erkennen de bijdrage van degenen die, ongeacht hun afkomst, burgers van Suriname willen worden en actief bijdragen aan de samenleving,” zei Mangre.
Joan Wielzen (NDP) wees op problemen in het aanvraagproces voor naturalisatie. Als mensen of kinderen een verblijfsvergunning moeten aanvragen, zijn ze afhankelijk van hun ouders tot ze 21 jaar zijn. Maar als hetzelfde kind wil naturaliseren, mag dat al vanaf 18 jaar. “Hoe kan ik op mijn 18e zelf naturalisatie aanvragen, maar heb ik mijn ouders nodig tot mijn 21e om verblijf aan te vragen?” vroeg Wielzen. Ze drong aan op de invoering van een inburgeringsplicht.
Chanrui Wang (VHP) was het eens dat de regering niet te lang moet wachten met het doorsturen van mensen voor naturalisatie, omdat het heel demotiverend is voor de mensen. Na naturalisatie hebben ze dezelfde rechten en plichten als Surinamers.
Wang wilde weten als deze groep meteen stemrecht heeft. Hij vroeg dit om de gedachte uit de wereld te helpen dat de regering nu pas deze wetten behandeld, omdat die stemmen wil hebben. Hiernaast benadrukte hij ook het belang van achtergrondonderzoek om de nationale veiligheid te waarborgen en riep op tot betere training van personeel om de aanvragers te ondersteunen.